Aansluiten
7.4 Hulpstroomvoeding aansluiten
Op de aansluitklemmen voor de hulpstroomvoeding kunnen kabeldoorsneden van maximaal
4,0 mm
Opmerking
De beschrijving geldt voor single-laadstation
De beschreven klemmen zijn van toepassing op een single-laadstation. Houd u aan de
gegevens in het schakelschema als u een multi-laadstation aansluit.
Hulpstroomvoeding aansluiten
Ga als volgt te werk om de L-geleider en N-geleider van de hulpstroomvoeding aan te sluiten:
1. verwijder de isolatie van het uiteinde van de geleider zo ver dat de overgebleven isolatie tot
aan de adereindhuls komt.
2. Bevestig de adereindhuls vakkundig op het uiteinde van de geleider.
3. Sluit de L-geleider van de kabel aan op de aansluitklem "-FC30:2".
4. Sluit de N-geleider van de kabel aan op de aansluitklem "-FC30:4".
5. Het aanhaalmoment van de schroefklem is tussen 2,5 en 3 Nm.
De klemmenmarkering en het aansluitingsplan vindt u terug in het schakelschema en hier
(Pagina 158).
Afdichten
Dicht de kabelopeningen en andere openingen met toegelaten afdichtingsmateriaal af.
Toegelaten afdichtingsmateriaal is bijv. siliconen en PU-zachtschuim.
94
aangesloten worden.
2
SICHARGE UC 150, UC 300, UC 450, UC 600
Bedieningshandleiding, 03/2023, A5E52689064-AB