Advertenties
3. Verbind de laadkabel met het voertuig.
4. Laadstekker wordt vergrendeld. Het laadpunt knippert groen. De verbinding/handshake
wordt opgebouwd.
5. Als de LED blauw knippert, laadt het voertuig. De knipperfrequentie toont de laadstatus van
de accu, waarbij constant blauw oplichten 100% is.
6. Verwijder de laadkabel uit het voertuig als het voertuig geladen is of als u het laadproces via
een externe interface beëindigt.
9.3
Bedienen via HMI
De HMI leidt u door het laadproces. U kunt de instellingen van het laadstation zoals de taal
van de gebruikersinterface wijzigen.
9.3.1
Voertuig laden
Handel als volgt om het voertuig te laden:
1. Controleer of het laadpunt beschikbaar is.
2. Als er een authentificatiemethode wordt gebruikt, selecteert u het laadpunt en volgt u de
instructies op de HMI. Afhankelijk van de uitvoering van het apparaat zijn de volgende opties
mogelijk:
– Als alleen RFID is geïnstalleerd, wordt het authentificatieverzoek weergegeven. Houd
– Als alleen de PIN-authentificatie wordt gebruikt, wordt het verificatieverzoek
– Als RFID- en PIN-authentificatie mogelijk zijn, selecteert u een verificatiemethode en
3. Verbind de laadstekker met het voertuig.
SICHARGE UC 150, UC 300, UC 450, UC 600
Bedieningshandleiding, 03/2023, A5E52689064-AB
GEVAAR
Explosie of elektrische schok
Indien u een beschadigde laadkabel of laadcontactdoos gebruikt, kunt u ontploffingen,
elektrische schokken of kortsluitingen veroorzaken.
• Controleer vóór ieder gebruik de laadkabel, laadstekker en laadcontactdoos van het
voertuig op beschadigingen.
• Gebruik geen beschadigde laadkabels.
• Steek de laadstekker nooit in een beschadigde laadcontactdoos.
• Als er tijdens het laadproces schade aan de laadkabel of steekverbinding optreedt,
drukt u onmiddellijk op de DC-shutdown-schakelaar van het laadstation.
de RFID-kaart voor de kaartlezer. Als de kaart succesvol is gelezen is, geeft de kaartlezer
een signaal en knippert de lees-LED.
weergegeven. Voer de numerieke PIN in en druk op "Bevestigen".
volgt u een van de voorgaande instructies.
Bedienen
9.3 Bedienen via HMI
119
Advertenties
