Onderhoud
11.3 Onderhoud laadstation
Toegestane reinigingsmiddelen
• Gebruik ook bij sterke verontreiniging een mild, niet bijtend reinigingsmiddel. Milde
reinigingsmiddelen zijn bijv. afwasmiddel.
• Voor de reiniging van de installatie is met name gedemineraliseerd water geschikt.
Buitenoppervlakken van de behuizing reinigen
• Veeg het buitenoppervlak van het laadstation af met een vochtige doek.
• Wrijf het laadstation vervolgens droog.
• Kras hardnekkige verontreinigingen niet met harde voorwerpen weg.
• Maak geen gebruik van scherp gereedschap.
• Laat papieren stickers vooraf weken voor een zachte verwijdering.
Laadkabel reinigen
• Reinig uitsluitend een niet aangesloten laadkabel.
• Reinig de laadkabel en verontreinigde contacten met een droge doek.
• Dompel de laadkabel nooit in vloeistoffen onder.
Laadstekker reinigen
• Schakel het laadstation uit.
• Reinig de laadstekker met een droge doek.
• Dompel de laadstekker nooit in vloeistoffen onder.
11.3.3
Luchtfilters vervangen
De luchtfilters van het laadstation maken de aangezogen buitenlucht stofvrij voor de koeling
van de binnenruimte. Na een langere bedrijfsduur verminderen de gefilterde stofdeeltjes de
luchtstroom door het filter. Door de beperkte luchtstroom wordt het laadstation aan de
binnenkant minder gekoeld. Daardoor stijgt de temperatuur aan de binnenkant van het
laadstation.
Om de klimaatregeling van het laadstation binnen het toegelaten temperatuurbereik te
houden, dient u de doekfilters van de ventilatoren van de behuizing regelmatig te vervangen.
146
SICHARGE UC 150, UC 300, UC 450, UC 600
Bedieningshandleiding, 03/2023, A5E52689064-AB