Veiligheidsinstructies
2.5 Gevaren door elektrische stroom
2.5.2
Defecte onderdelen
Gebruik uitsluitend onbeschadigde apparaten en onderdelen.
Onjuist gebruik kan tot beschadiging van apparaten leiden. Bij beschadigde apparaten kan
gevaarlijke spanning aan de behuizing of aan blootgestelde onderdelen voorhanden zijn.
Gevaarlijke spanning ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben. Houd u aan de volgende
punten:
• Houdt u bij transport, opslag en gebruik aan de grenswaarden van de technische
specificaties.
• Controleer de laadkabels en laadstekkers op manipulatie, beschadiging en vreemde
voorwerpen.
• Gebruik geen beschadigde apparaten.
2.5.3
De 5 veiligheidsvoorschriften voor elektrotechnische werkzaamheden
De Europese norm DIN EN 50110-1:2013 "Werkzaamheden in spanningsloze toestand" omvat
veiligheidsmaatregelen voor werkzaamheden aan en in elektrische installaties. Om de
veiligheid van personen en zaken conform de norm te garanderen, leeft u steeds de volgende
veiligheidsregels na.
Elektrische installatie vóór begin van de werkzaamheden beveiligen
Alvorens met werkzaamheden aan en in elektrische installaties te beginnen, past u de
volgende vijf veiligheidsregels toe:
1. Schakel de elektrische verdeler vrij.
2. Beveiligen tegen herinschakeling van de elektrische verdeler.
3. Controleer of de elektrische verdeler en de werkplek spanningsloos zijn.
4. Zorgen voor aarding en kortsluiting van de elektrische verdeler.
5. Belendende onder spanning staande onderdelen afdekken of isoleren
Opnieuw inschakelen na het einde van de werkzaamheden voorbereiden
Na het beëindigen en controleren van de werkzaamheden bereidt u het opnieuw inschakelen
als volgt voor:
• Niet meer benodigde personen informeren dat het werk voltooid is en dat er geen verdere
werkzaamheden zijn toegestaan.
• Niet meer benodigde personen terugtrekken
• Alle gebruikte gereedschappen, uitrustingen en hulpmiddelen verwijderen.
16
SICHARGE UC 150, UC 300, UC 450, UC 600
Bedieningshandleiding, 03/2023, A5E52689064-AB