1.4
Bedieningsverboden
Het niet naleven van de volgende bedieningsverboden kan de dood of ernstig
WAARSCHUWING
lichamelijk letsel (invaliditeit) tot gevolg hebben.
Het is verboden:
•
om personen op welke manier dan ook te vervoeren
•
de functies snel achter elkaar aan- en uit te schakelen
•
slipkoppelingen (direct werkende hijskrachtbeperking) bedrijfsmatig te gebruiken
•
dat personen zich onder de last ophouden (behoudens de uitvoeringen overeenkomstig DGUV V17
(BGV C1))
•
om lasten zwaarder dan de nominale last te hijsen
•
om lasten schuin opzij te trekken of te slepen
•
om een last los te trekken
•
om deksels van vaten met onderdruk op te tillen
•
om de loopkat door te trekken aan het hangend besturingspaneel of -kabel, zelfs als deze lastvrij is, voort te
bewegen
•
om de ketting als ophanging te gebruiken of om de last op te binden
•
om een langere dan op de kettingkast vermelde ketting te gebruiken
•
om de takel in bedrijf te stellen voordat de keuring door een gekwalificeerd persoon of een vakman heeft
plaatsgevonden
•
om reparaties zonder vakkennis uit te voeren
•
reparaties mogen alleen bij een uitgeschakelde en beveiligde hoofdschakelaar en zonder dat de takel belast is
uitgevoerd worden
•
om de toegestane werktijd te overschrijden
•
om na overschrijding van de termijn voor de periodieke keuring voor bescherming van de werknemers te
gebruiken
1.5
Bedieningsinstructies
Het niet in acht nemen van de volgende bedieningsinstructies kan leiden tot
WAARSCHUWING
schade aan eigendommen en tot licht of middelzwaar persoonlijk letsel.
•
De last mag alleen verplaatst worden nadat deze volgens de voorschriften aan de haak is opgehangen en er in
het gevaarlijke gebied zich geen personen ophouden (DGUV 54. voorschrift (BGV D8)).
•
De last dient vóór het hijsen in een verticale positie onder de elektrische kettingtakel geplaatst te worden.
•
Het is verboden de ketting over scherpe randen te laten lopen.
•
Laat de haakhouder nooit zo ver zakken dat de ketting slap hangt.
•
Vraag bij gebruik in een agressieve omgeving de fabrikant om advies.
•
Vraag voor het vervoer van gloeiende vloeistoffen of vergelijkbare gevaarlijke stoffen de fabrikant om advies.
•
Na het in werking treden van de noodstopschakelaar dient een vakkundige persoon de oorzaak van het in
werking treden ervan te verhelpen. Pas daarna mag de noodstopschakelaar worden uitgeschakeld.
•
De operator mag liggende lasten alleen met de laagst mogelijke hijssnelheid hijsen. Voor het hijsen dient men de
slaphangende ophangingen aan te spannen.
•
Bij gebruik van de takel in het handbereik, niet in de kettinginvoer grijpen of andere geschikte
veiligheidsmaatregelen treffen.
1.6
Onderdelen
Het is alleen toegestaan om originele bevestigingsdelen, reserveonderdelen en
accessoires te gebruiken. De fabrikant stelt zich uitsluitend hiervoor aansprakelijk.
OPMERKING
De fabrikant sluit alle verantwoordelijkheid uit bij schade die voortkomt uit het gebruik van
niet-originele onderdelen en accessoires.
7