Vervanging van de lastketting
18. Plaats het bijgeleverde verbindingsstuk altijd aan de kant van het kettingmagazijn en hang de nieuwe lastketting
eraan op.
19. Laat de ketting naar binnen lopen door op de bedieningsschakelaar in te drukken.
20. Verwijder de insteekketting en de open schakel.
21. Trek de ketting met de draad door het haakblok.
De ketting mag in geen enkel geval tussen het haakblok en de kettinguitgang verdraaid
LET OP!
zijn. Mocht er niet overeenkomstig Afbeelding 23 gemonteerd kunnen worden, kort dan de
lastketting met een schakel in.
20. Leg de laatste schakel op het uitgetrokken kettingeinde van het haakblok vlak in de uitdieping van de bevestiging
voor het einde van de ketting.
21. Draai de bevestiging voor het einde van de ketting weer terug in de behuizing en zet die met pen 1 vast.
22. Controleer nogmaals of de ketting niet verdraaid is.
23. Bevestig de ashouder met de cilinderschroeven.
24. Laat de lasthaak tot de laagste positie zakken.
25. Bevestig de slagbegrenzer op het einde van de onbelaste ketting.
26. Monteer het kettingmagazijn.
27. Laat de ketting in het kettingmagazijn lopen en smeer ondertussen de ketting over de gehele lengte in met olie.
Mocht de ketting alsnog helemaal uit de elektrische hijslier zijn gelopen, handel als
volgt:
•
stel de slipkoppeling op de minimumwaarde in
•
LET OP!
schuif een insteekdraad door de kruisvormige opening op de kettinggeleider, totdat
deze er aan de andere kant uitkomt
•
trek de ketting door het kettingtandwiel met de draad, beginnend bij de liggende
schakels en trek de ketting in de stand langzaam hijsen voorzichtig naar binnen..
4.2
Elektrische aansluitingen
De elektrische installatie dient volgens de geldige voorschriften tot stand te worden
gebracht.
OPMERKING
Na de uitbouw van de installatie moeten de controles conform EN 60204-32 worden
uitgevoerd. Het aansluitschema bevat de gedetailleerde uitvoering van de besturing. De
elektrische uitvoering van de hijslier voldoet aan norm EN 60204-32.
4.2.1
Netaansluiting
De leiding voor de netaansluiting moet door een netschakelaar conform norm EN 60204-32 uitgeschakeld kunnen
worden.
Aan de elektrische installaties mogen uitsluitend vakmensen werkzaamheden verrichten. Vóór het begin van
reparatiewerkzaamheden dient de installatie stroomvrij te worden gemaakt. Om gebruik volgens de regels te
verzekeren, dient de netspanningsaansluiting rechtsdraaiend te zijn. Als de aansluiting correct is uitgevoerd, beweegt
de hijslier na een druk op de knop Hijsen i n de hijsrichting.
De waarde van de zekering (traag) bij 400 V (draaistroom) geplaatst vóór de
OPMERKING
hoofdschakelaar van het net bedraagt: 32 A.
Controleer of de netspanning overeenkomt met de spanning die wordt genoemd op het
typeplaatje.
Verbind de netspanning- en besturingskabels volgens het aansluitschema.
OPMERKING
De netaansluitingen L1, L2, L3 en PE zijn te vinden onder het deksel van het
beveiligingscircuit. Voor de aansluiting is een 3+PE kabel (minimale doorsnede 2,5
mm²) nodig.
Druk na het aansluiten op de hijsknop. Mocht de last naar beneden gaan, verwissel
dan kabeladers L1 en L2.
LET OP!
Schakel de installatie eerst uit.
26