Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Eerste Inbedrijfstelling; Algemene / Vereisten; Controle Voor De Eerste Inbedrijfstelling; Inbedrijfstellingstest - Liftket B13 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

6

Eerste inbedrijfstelling

6.1

Algemene / vereisten

Een erkende competente persoon (deskundige) volgens DGUV voorschrift 52 (BGV D6) of een erkende persoon
(bevoegde persoon) volgens DGUV voorschrift 54 (BGV D8) moet de eerste inbedrijfstelling uitvoeren.
De test voor de eerste inbedrijfstelling moet door de exploitant worden geregeld. De voorbereidingen voor de eerste
inbedrijfstelling moeten door een bevoegde persoon uitgevoerd worden.
De test moet overeenkomstig DGUV beginsel 309-001 (BGG 905), resp. de geldige nationale normen en regels
uitgevoerd worden.
6.2

Controle voor de eerste inbedrijfstelling

De hijsinstallatie moet vakkundig volgens de gebruiksaanwijzing gemonteerd
worden.
WAARSCHUWING
Bij de eerste inbedrijfstelling is de bedrijfszekerheid nog niet gegarandeerd.
Het is levensgevaarlijk als de inbedrijfstelling van de hijsinstallatie zonder
voorafgaande test plaatsvindt.
De controle voor de eerste inbedrijfstelling mag alleen door vakkundig personeel (erkende persoon/vakman of een
deskundige) uitgevoerd worden. De onderhoudsmonteurs van de fabrikant kunnen onder andere als vakkundig
personeel beschouwd worden. De exploitant kan echter ook adequaat opgeleid vakpersoneel uit het eigen bedrijf
opdragen om de test voor de eerste inbedrijfstelling uit te voeren.
Voor de eerste inbedrijfstelling moeten de onderstaande punten in aanmerking worden genomen:
De bediener van de hijsinstallatie moet beschermingsmiddelen dragen.
Het werkterrein en gevarenzone moeten afgesloten en beveiligd worden.
Er moet voldoende bewegingsvrijheid om te monteren zijn.
Controleer of de netspanning en –frequentie overeenkomen met hetgeen op het
OPMERKING
typeplaatje vermeld staat.
Controleer of de montage vakkundig is en of de veiligheidsinstallaties functioneren.
Verplaats handmatig de loopkatten en test, of ze makkelijk over het hele traject zonder
hindernissen en zonder personen of voorwerpen in gevaar te brengen kunnen lopen.
Controleer de eindaanslagen van het traject.
6.3

Inbedrijfstellingstest

De hijsinstallatie mag alleen in bedrijf worden gesteld, als deze voldoet aan de
WAARSCHUWING
voorschriften voor ongevallenpreventie en de nationale normen.
Met de inbedrijfstellingstest waarborgt de exploitant, dat de hef- en hijsinstallaties volstrekt veilig kunnen
functioneren. Daarbij moeten de statische en dynamische eigenschappen van de hijsinstallatie in aanmerking worden
genomen.
De conformiteitsverklaring van de hijsinstallatie, resp. de kraan moet ter beschikking staan.
6.3.1

Reikwijdte van de test

Identificatie van de kraan, hijsinstallatie, met inbegrip van het typeplaatje en het logboek voor de controles van de
kraan, alsmede de documentatie van de draagmiddelen en de lasthaak. Noteer alle feitelijke waarden van de
lasthaak in het logboek.
Toestand en draagvermogen van de draagconstructie.
Toestand en draagvermogen van de hijsinstallatie.
Of de veiligheidsinrichtingen compleet zijn en de werkzaamheid ervan.
Naleving van de veiligheidsafstanden en vrije maten.
Onderzoek van de noodstopinrichting door het indrukken van de noodstopschakelaar.
31

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Liftket B13

Deze handleiding is ook geschikt voor:

B15

Inhoudsopgave