12
Storingen
WAARSCHUWING
Alleen bevoegde personen mogen testen en reparaties uitvoeren.
In de elektrische kettingtakel en de aansluitingen op de componenten treden
gevaarlijke spanningen op.
Werken aan gesloten stroomkringen kan de dood of zwaar letsel (invaliditeit) tot
WAARSCHUWING
gevolg hebben.
Voordat enig onderhoud aan het apparaat uitgevoerd wordt, moet de stroom
uitgeschakeld worden en het apparaat van de voeding losgekoppeld worden. De
hoofdschakelaar moet vergrendeld en in de UIT-positie gemarkeerd worden.
Mankement
Onderbreking van de
stroomvoorziening
Valse spanning of frequentie
De elektrische kettingtakel is
overbelast
De elektrische
De motor is oververhit en de
kettingtakel functioneert
thermische beveiliging is
niet
ingeschakeld
Ondeskundige bedrading, losse
of gebroken kabels in het
elektrische systeem van de
elektrische kettingtakel.
De rem gaat niet open
Magneetschakelaar heeft
gebreken
Op het hangend
De elektrische
besturingspaneel is de
kettingtakel functioneert
noodstopschakelaar ingedrukt
(nog steeds) niet
Mankement in de
stuurstroomtransformator
De motor is doorgebrand
De stroomvoorziening is in
verkeerde volgorde
De last beweegt zich in
aangesloten.
de verkeerde richting
Ondeskundige elektrische
bedrading.
Valse spanning of frequentie
De motor of rem is
oververhit
Extreme externe hitte
50
Reden
Controleer de netschakelaar, de schakelaars, zekeringen
en aansluitingen op alle drie de fasen van de
netaansluiting/kabel.
Controleer de spanning en de frequentie van de
stroomvoorziening met de gegevens op het typeplaatje
van de elektrische kettingtakel.
Breng de last terug tot de nominale belasting.
Zie het mankement "De motor of rem is oververhit ".
Onderbreek de stroomvoorziening, controleer de
kabelaansluitingen van de besturing en het hangend
besturingspaneel van de elektrische kettingtakel.
Doe een elektrische doorgangsmeting van de remspoel.
Vervang, indien nodig, de rem.
Controleer de in- en uitgangsspanning van de
gelijkrichter. Vervang, indien nodig, de gelijkrichter.
Controleer de spoel op kabelbreuk of kortsluiting.
Controleer alle aansluitingen van de besturing.
Controleer de doorgang van de schakelcontacten van de
magneetschakelaar. Vervang, indien nodig, de
magneetschakelaar.
Draai de noodstopschakelaar met de wijzers van de klok
mee om de besturing te ontgrendelen en de elektrische
kettingtakel te laten werken, nadat het mankement
geëlimineerd is.
Controleer de
oververhitting. Koppel de stuurstroomtransformator af en
controleer op open
Vervang het motorframe / de stator, as / rol en alle
andere beschadigde delen.
Wissel twee van de 3 kabeladers van de
stroomvoorziening.
(Zie het hoofdstuk Netaansluiting.)
Vergelijk met het schakelschema en controleer alle
aansluitingen.
Controleer de spanning en de frequentie van de
stroomvoorziening met de gegevens op het typeplaatje
van de elektrische kettingtakel.
Bij temperaturen van meer dan 40°C moet de bedrijfstijd
en –frequentie teruggebracht worden om de motor
thermisch niet te overbelasten. Neem speciale
voorzorgsmaatregelen om de elektrische kettingtakel te
luchten of tegen de hitte te beschermen.
Verhelpen
stuurstroomtransformator
op signalen voor
wikkeling.