6.3.2
Testverloop
De test moet overeenkomstig DGUV beginsel 309-001 (BGG 905), resp. de geldige nationale normen en regels
uitgevoerd worden. Het onderstaande moet minstens getest worden:
•
Testen van alle functies zonder last.
•
Testen van alle beveiligingsinrichtingen.
•
Testen met proeflast = 1,25 × nominale belasting.
Deze test dient in wezen de controle van de draagconstructie als van de rem.
De test moet met uiterste voorzichtigheid worden uitgevoerd. Houd de lading altijd
LET OP!
dicht bij de grond, begin geen tweede werkbeweging, totdat de trillingen van de vorige
beweging zijn verdwenen. Log vervormingen en, indien nodig, schommelingen.
•
Testen met proeflast = 1,1 × nominale belasting (dynamisch testen).
Test alle beoogde bedrijfsmogelijkheden. De dynamische test wordt met overlapping van de mogelijke
arbeidsbewegingen op maximale snelheden bij het werk uitgevoerd. Het 1,1-voudige van de nominale belasting
moet zonder verandering van de instelling van de slipkoppeling geheven worden.
•
Test hoe de hijsinstallatie / kraan zich bij verkeerd gebruik verhoudt.
•
Test alle functies met 1,1 × nominale belasting.
•
Stel alle beveiligingsinrichtingen in werking.
•
Log de uitvoering van de inbedrijfstelling in het testlogboek.
•
Leg de datum voor de 1
testlogboek op te schrijven.
Nadat de inbedrijfstelling heeft plaatsgevonden kan de hijsinstallatie, resp. de kraan
OPMERKING
conform de voorschriften gebruikt worden.
32
e
herhalingstest vast door een teststicker aan te brengen en / of door die in het