Na montage moet er voldoende bewegingsvrijheid tussen de kettingtakel en de loopkat,
OPMERKING
in de richting van de pijlen voorhanden zijn.
Afbeelding 15: Bewegingsvrijheid tussen de hijslier en de loopkat
4.1.4.2 Elektrische aansluiting van de loopkat
De veiligheidsrelais van de transportmotor bevinden zich in een aparte doos van de besturing. Deze doos moet met
twee zeskantkopmoeren M8x10 DIN 933 worden vastgezet op de plaat aan de zijkant tegenover de transportmotor.
De verbindingskabel van het besturingspaneel naar de klemmenkast van de motor moet door de klant in
overeenstemming met het aansluitschema worden aangesloten.
De verbindingsdraad uit het besturingspaneel moet volgens het bedradingsschema op het aansluitblok van de hijslier
worden aangesloten. Controleer na de elektrische montage alle functies van de hijslier en de loopkat.
Loopkat aansluitkastje
Aansluitkabel
besturing hijslier - loopkat
Beveiligingscircuit in de hijsinstallatie
Aansluitkabel
hijslier - loopkat
Kabel hangend besturingspaneel
Netspanningskabel
Afbeelding 16: Elektrische aansluiting van loopkatten
4.1.4.3 De elektrische besturing van de rem
De rem wordt via een gelijkrichterschakeling gevoed. Deze werkt volgens het ruststroomprincipe. Wanneer de
spanning uitvalt, wordt de rem automatisch ingeschakeld, zodat de rijbeweging wordt onderbroken.
18
Aansluitkastje
op de motor van de hijslier
Verbindingskabel besturingspaneel -
klemmenkast - loopkat motor
Klemmenkast op hijsmotor
Verbindingskabel hijslier - loopkat
Kabel hangend besturingspaneel