Inhoudsopgave
Advertenties
4.1.4
Hijslier met elektrische loopkat
Geschikt voor alle loopkatten
•
voor smalle balken volgens DIN 1025 en Euronorm 24-62
OPMERKING
•
voor middelmatig brede I-balken volgens DIN 1025
•
voor brede I-balken volgens DIN 1025
Op het eind van het transporttraject dienen ter hoogte van het midden van de
transportwielen stootblokken geplaatst te worden om het transporttraject af te grenzen.
Daarnaast kan optioneel ook een uitvoering met eindschakelaar voor elektrisch transport
LET OP!
besteld worden. De verbindingspennen die hiervoor nodig zijn moeten door de klant zelf
aangebracht worden.
De elektrische loopkat voor model B13 en B15 is niet geschikt voor
transporttrajecten met krommingen!
Stootblok ter afgrenzing traject
Ophangplaat
Afstandsbussen
Afbeelding 13: Hijslier met een elektrische loopkat
Verklaring van typeaanduidingen bij loopkatten:
Voorbeeld type:
EF - Elektrische loopkat
4.1.4.1 Mechanische montage
De twee ophangpennen dienen dusdanig aan de zijkant van de loopkat bevestigd te
worden dat er tussen de buitenkant van de transportwielen en de railrand een opening
OPMERKING
van ongeveer twee millimeter overblijft. De breedte van de loopkat wordt door de
afstandsbussen symmetrisch aan te brengen ingesteld.
Afbeelding 14: Het instellen van de breedte van de elektrische loopkat
De ophangplaat hangt tussen de afstandsbussen aan de ophangpen. Om de juiste montagepositie van de loopkat
zeker te stellen is op de zijplaat een veiligheidspen aangebracht. De moeren M36×1,5 van de pen van de loopkat
moeten met behulp van een druksleutel met een moment van 250 Nm aangetrokken worden. De loopkat wordt met
de twee ophangpennen van ø36 gemonteerd. De ophangpennen worden met borgmoeren M22×1,5 DIN 985
vastgezet.
EF
N
/
12500
N, S1 bandbreedte
Capaciteit in kg
Motor loopkat
Besturing beveiligingscircuit
Pen loopkat
4+16
Rijsnelheid van de elektrische loopkat
17
Advertenties
Inhoudsopgave
