4
Montage
4.1
Mechanische montage
4.1.1
Haakhouder
De haakhouder is onderdeel van de lastophanging van hefinrichtingen, uitgevoerd met een kettingstreng.
De montage mag krachtens voorschrift DGUV voorschrift 54 (BGV D8 24. §) alleen door gekwalificeerde personen
worden uitgevoerd.
Haakkast
Afbeelding 4: Constructie van de haakhouder
Controleer bij het onderhoud de toestand van de haak (slijtage en topafstand) en de
veerontspanner. Controleer tevens de toestand van het haaklager, de vrijgavebegrenzer
LET OP!
(beveiligingsklep) en de haakboutzekering. Indien nodig moet het axiale lager gereinigd
en ingevet worden. De haakmoeder van de lasthaak voor de haakkast wordt met een
spanningspen loodrecht op de as bevestigd.
Bij de montage van de haakhouders moeten de schroefsluitingen met het onderstaande moment worden
aangetrokken:
Haakhouder voor ketting van 16 ×
45 mm
Haakhouder voor ketting van 17,3
× 48 mm
Tabel 1: Trekmoment van de schroefsluitingen
4.1.2
Haakblok
Het haakblok is onderdeel van de lastophanging van hefinrichtingen, uitgevoerd met twee kettingstrengen.
De montage mag krachtens voorschrift DGUV voorschrift 54 (BGV D8 24. §) alleen door gekwalificeerde personen
worden uitgevoerd.
Behuizing
Afbeelding 5: Constructie van het haakblok
Cilinderbouten
met veerringen
Deksel haakkast
Max. capaciteit [kg]
Schroeven
6300
M12×60 DIN 912-8.8 4
7500
M12×60 DIN 912-8.8 4
Cilinderkopschroeven
met borgmoeren
Lasthaak, compleet
(met haakmoer, druklager en
vrijgavebegrenzer)
Aantal
Trekmoment [Nm]
50
50
Kettingrol
Lagerpen met glijlager
Sluitpen
Lasthaak, compleet
(met haakmoer, druklager en
vrijgavebegrenzer)
11