vmo2006-014-043_a
PLAATS SLANGKLEM
Hef de voorkant van het voertuig hoog
genoeg op, zodat de voorwielen van de
grond komen.
Vul de radiator tot de koelvloeistof via
de opening van de bypass-slang aan
de thermostaatbehuizing naar buiten
stroomt. Installeer de bypass-slang en
verwijder de slangklem.
OPMERKING: Als er geen koelvloei-
stof uit de bypass-slang loopt, druk dan
meermaals op de onderste radiator-
slang, tot er koelvloeistof ontsnapt.
Vul de radiator verder.
Controleer het peil in het koelvloei-
stofreservoir en vul bij indien nodig.
Laat de motor stationair draaien met
verwijderde radiatordop. Voeg lang-
zaam extra koelvloeistof toe indien
nodig.
Wacht nu tot de motor een normale be-
drijfstemperatuur heeft bereikt. Druk
de gashendel twee- of driemaal in en
voeg nog koelvloeistof toe, indien no-
dig.
Installeer de radiatordop. Inspecteer
alle aansluitingen op lekkage en con-
troleer het koelvloeistofpeil in het re-
servoir.
Plaats het toegangsdeksel terug.
Luchtinjectieklep
Reiniging luchtinjectieklep
vmo2006-014-066_b
LINKERKANT VAN DE MOTOR
1. Luchtinjectieklep
Koppel de slangen los van de luchtin-
jectieklep.
Verwijder de luchtinjectieklep van de
klepsteun.
Houd een helft vast, terwijl u de andere
helft linksom opendraait.
vmo2006-014-073_a
1. Filters
Giet reinigingsoplossing (Stuknr. 219
700 341) of gelijkwaardig in een em-
mer. Leg de filters te week.
Reinig de luchtinjectieklep vanbinnen,
terwijl de filters liggen te weken.
Spoel de filters met warm water tot
de reinigingsoplossing helemaal is ver-
dwenen.
_____________________
MOTOR
91