BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING
9) Brandstofklep
Dit is een draaiklep met 3 standen.
Draai de wijzer van de knop in de ge-
wenste stand.
vmo2006-014-013_a
1. Zet de wijzer in de gewenste stand
2. RES. (reserve)
3. UIT (OFF)
4. AAN (ON)
UIT (OFF)
Stopt de brandstoftoevoer naar de car-
burator.
Zet de klep op OFF wan-
MERK OP
neer het voertuig niet wordt gebruikt
of wordt getransporteerd.
AAN (ON)
Laat de brandstoftoevoer naar de car-
burator toe. Dit is de normale stand
wanneer u met het voertuig rijdt.
RES. (RESERVE)
Wanneer de brandstof op is in de
ON-stand, kunt u de brandstofreser-
ve voor noodgevallen aanspreken door
de knop op RES te zetten. Deze re-
serve bedraagt ongeveer 10% van
de inhoud van de brandstoftank. Ge-
bruik deze stand alleen als er geen
brandstof meer wordt toegevoerd in
de ON-stand.
______________________
68
Tank zo snel mogelijk wanneer u op de
reservebrandstof rijdt. Zet de klep na
het tanken altijd terug op ON.
Een verkeerde opening
MERK OP
van de brandstofklep belemmert de
brandstoftoevoer. Zorg ervoor dat
de klep volledig is geopend wanneer
u rijdt.
10) Voor/achterrempedaal
Door dit pedaal in te drukken worden
de voor- en achterremmen geacti-
veerd. Wanneer het wordt losgelaten
moet het pedaal automatisch terugke-
ren naar zijn oorspronkelijke stand. Het
remeffect is afhankelijk van de kracht
die op het pedaal wordt uitgeoefend
en van het type en de toestand van het
terrein.
vmo2006-014-014_a
1. Voor/achterrempedaal
11) Gereedschapstas
De gereedschapstas bevindt zich in
het servicecompartiment onder de zit-
ting.