CONTROLEREN
- Plaats een voldoende stevige oprijplaat voor het wiel rechts vooraan:
• A = minimaal 7,5 cm, maximaal 9 cm.
• B = maximaal 60 cm.
• C = minimaal 75 cm, maximaal 100 cm.
• D = minimaal 10°, maximaal 25°.
- Zet de hoogwerker aan. Start de verbrandingsmotor.
- Stap in de hoogwerker.
- Hef de slingerarm lichtjes.
- Rijd traag vooruit met de hoogwerker totdat het wiel vooraan rechts op de oprijplaat
staat. Rem.
- Draai de bovenwagen 90° naar links.
- De uitschuifbare arm gedurende 2 seconden uitschuiven.
- Rijd traag achteruit met de hoogwerker totdat het wiel van de helling is. Rem.
- Vraag een persoon op de grond om het wiel vooraan rechts en de zwenkcilinders te controleren.
Resultaat:
• Het rechtervoorwiel moet omhoog staan en mag niet in contact komen met de grond.
• De rechterzwenkcilinder moet ingetrokken zijn, de linkerzwenkcilinder moet uitgeschoven zijn.
- Vraag de persoon op de grond om weg te gaan.
- Trek de telescopische arm weer volledig in.
- Vraag de persoon op de grond om de voorwielen te controleren.
Resultaat:
• De twee voorste wielen moeten in contact staan met de grond.
- Zet de bovenwagen in de neutrale stand.
- Laat de slingerarm volledig neer.
- Uit de mand stappen.
- Plaats dezelfde oprijplaat voor het wiel vooraan links.
- Stap in de hoogwerker.
- Hef de slingerarm lichtjes.
- Rijd traag vooruit met de hoogwerker totdat het wiel vooraan links op de oprijplaat staat. Rem.
- Draai de bovenwagen 90° naar rechts.
- De uitschuifbare arm gedurende 2 seconden uitschuiven.
- Rijd traag achteruit met de hoogwerker totdat het wiel van de helling is. Rem.
- Vraag de persoon op de grond om het wiel vooraan links en de zwenkcilinders te controleren.
Resultaat:
• Het linkervoorwiel moet omhoog staan en mag niet in contact komen met de grond.
• De linkerzwenkcilinder moet ingetrokken zijn, de rechterzwenkcilinder moet uitgeschoven zijn.
- Vraag de persoon op de grond om weg te gaan.
- Trek de telescopische arm weer volledig in.
- Vraag de persoon op de grond om de voorwielen te controleren.
Resultaat:
• De twee voorste wielen moeten in contact staan met de grond.
- Zet de bovenwagen in de neutrale stand.
- Laat de slingerarm volledig neer.
- Uit de mand stappen.
- Stop de verbrandingsmotor. Zet de hoogwerker uit.
Blokkering van de zwenkcilinders van de vooras (OPTIE)
3 - 30