NEDERLANDS
nauw verbonden met hetgeen hierboven uiteengezet is; het is
daarom belangrijk contact op te nemen met de fabrikant of de
installateur van de deur als er problemen worden geconstateerd.
Verwijder de mechanische sluitingen van de deur, zodat de
deur, wanneer hij gesloten is, door het automatische systeem
wordt vergrendeld.
Verwijder het handbedieningsmechanisme, als dat aanwezig is.
Controleer of de installatie goed geaard is voor de elektrische
aansluiting van de aandrijving.
5. INSTALLATIE VAN DE AANDRIJVING
Om veilig te kunnen werken wordt geadviseerd de deur bij
installatie van de aandrijving volledig gesloten te houden, en
dit hoofdstuk helemaal te lezen alvorens met de installatie te
beginnen.
De aandrijving 540 heeft een krachtafnamepunt met
een diameter van 25,4 mm (1"). Als er een aandrijfas met
andere afmetingen aanwezig is, moet de (optionele)
kettingoverbrenging worden geïnstalleerd.
De handbedieningsmechanismen (ontgrendeling en aandrijving
met ketting) zijn bedoeld voor installatie met een hoogte tot
4 meter. Voor hogere installaties moeten de (optionele)
verlengingsbouwpakketten worden gebruikt.
De aandrijving is voorzien van vier microschakelaars met de
volgende functies:
•Eindschakelaar bij opening
•Eindschakelaar bij sluiting
•Veiligheidsschakelaar van de lier (alleen bij modellen met
handbediend manoeuvreersysteem)
•Veiligheidsschakelaar voor bediening van de ontgrendeling
Met de bijgeleverde steunplaat kan de aandrijving worden
vastgezet op een afstand van maximaal 125 mm tussen het
verankeringspunt (muur of metalen constructie) en de as van
de krachtafname.
Vóór de installatie is het raadzaam te bepalen in welke richting
de krachtafname moet draaien (zie de paragrafen 5.2.1. en
5.2.2).
Voor alle informatie over de elektrische installatie, zie het
hoofdstuk "Waarschuwingen voor de installateur " en de
hoofdstukken 3 en 6 van deze aanwijzingen.
De bijgeleverde handgreep kan worden gemonteerd door
gebruik te maken van de bevestigingspunten van de plaat op
de aandrijving, om de verplaatsingswerkzaamheden in de fasen
voorafgaand aan de installatie te vergemakkelijken.
5.1 WERKPOSITIE VAN DE AANDRIJVING
De aandrijving met handbediende verplaatsing met ketting
moet worden geïnstalleerd in de positie die wordt afgebeeld
op fig 5. Als er geen lier aanwezig is, kan de aandrijving in een
willekeurige positie worden geïnstalleerd.
Als de afstandsbediening van de ontgrendeling moet
worden geïnstalleerd, moet eerst worden nagegaan of de
ontgrendelhendel niet gehinderd wordt door onderdelen buiten
de aandrijving.
De bevestigingsplaat kan aan beide kanten van de aandrijving
worden gemonteerd.
Fig. 5
4
NEDERLANDS