NEDERLANDS
Aandrijving
Krachtafname
Bevestigingsplaat
Eindschakelaargroep
Lier
Behuizing voor apparatuur
Ontgrendelhendel
Bevestigingsbussen spie
Spie
Bevestigingsplaat 3D (optie)
3. ELEKTRISCHE AANSLUITMOGELIJKHEDEN
Op afbeelding 3 ziet u het schema van de elektrische
aansluitmogelijkheden voor installatie van de aandrijving 540.
Op afbeelding 4 ziet u het schema van de elektrische
aansluitmogelijkheden voor installatie van de aandrijving 541
met apparatuur 578D op afstand.
Laagspanningsleiding - Kabel 3 x 0,5 Bedieningen
Voedingsleiding - Kabel 3 x 1,5 Voeding 230Vac + Aarde
Voedingsleiding - 3 x 1,5 Voeding 230 Vac + aarde
Voedingsleiding - 4 x 1,5 Voeding motor + aarde + 2 x 0,5 waarschuwingslamp
Laagspanningsleiding - bedieningen apparatuur + veiligheidslijst
Laagspanningsleiding - 4 x 0,5 fotocellen Rx
Laagspanningsleiding - 2 x 0,5 fotocellen Tx
Laagspanningsleiding - radio-ontvanger
Fig. 2
Laagspanningsleiding - 6 x 0,5 bedieningspaneel
Behuizing voor apparatuur
4. VOORBEREIDENDE CONTROLES
De constructie van de deur dient geschikt te zijn om te worden
geautomatiseerd, en moet voldoen aan de normen EN12604
en EN12605.
De kabelwikkelas moet voorzien zijn van een behuizing voor
de spie. Deze moet voldoende uitsteken aan de zijkant om
de aandrijving en de blokkeerkragen van de spie te kunnen
installeren (rechtstreekse montage van de aandrijving op
de as) of om de krans te kunnen bevestigen (montage met
kettingoverbrenging - optie). Sommige deurenfabrikanten
leveren speciale koppelingen met as, waarmee deuren kunnen
worden gemotoriseerd die zonder de aansluitmogelijkheid
geproduceerd zijn.
Controleer de efficiëntie van de lagers, de wieltjes, het
parachutesysteem, de rails en de verbindingen van de deur,
controleer of de trekkabels perfect in de groeven van de
trommels zitten, niet in contact komen met mechanische
onderdelen of vaste delen van de constructie, en of ze allemaal
een gelijke spanning hebben.
Controleer of de deur geen wrijving maakt: hij moet soepel en
regelmatig verschuiven, zowel bij opening als bij sluiting.
Controleer of de deur goed gebalanceerd is: in welk positie hij
ook gestopt wordt, hij moet stil blijven staan.
De Europese normen EN12604 en EN12453 stellen de
maximumlimiet voor de kracht die wordt toegepast op de
desbetreffende handgrepen, en die nodig is om de deur met de
hand te manoeuvreren, op 260 N voor handbediende deuren
en op 390 N voor gemotoriseerde deuren.
Raadpleeg de technische documentatie van de deur om na
te gaan welk koppel nodig is voor verplaatsing ervan, en welk
toerental nodig is voor volledige opening.
Controleer in tabel 1 welk type installatie (direct op de as, of
met kettingoverbrenging met vertraging) met de vermelde
specificaties correspondeert.
Fig. 3
De efficiëntie en de veiligheid van het automatische systeem zijn
3
NEDERLANDS
Fig. 4