NEDERLANDS
Deze aanwijzingen gelden voor de volgende modellen:
FAAC 540 en FAAC 541
Met de automatische systemen 540 en 541 kunnen
gebalanceerde sectionaaldeuren voor industriële toepassingen
worden geautomatiseerd.
Zij bestaan uit een elektromechanische aandrijving, en
elektronische besturingsapparatuur op het systeem zelf
(540) of een verbindingskaart voor op afstand bediende
apparatuur (541). Het systeem kan rechtstreeks op de as van
de kabeltrommels worden geïnstalleerd of met behulp van
een (optionele) kettingoverbrenging met een verhouding van
1:1,5 of 1:2.
Het onomkeerbare systeem waarborgt mechanische blokkering
van de deur wanneer de motor niet in werking is, en het is dus
niet nodig een slot te installeren. De handmatige ontgrendeling
en het handbediende openingssysteem (op de modellen
waarvoor dit is voorzien) zorgen ervoor dat de deur ook kan
worden gemanoeuvreerd als er geen elektrische voeding is of
als het systeem niet werkt.
De automatische systemen 540 en 541 zijn ontworpen en gebouwd
voor intern en extern gebruik.
1. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
Voeding (Vac 50-60Hz)
Elektromotor
Max. opgenomen vermogen (W)
Stroomopname (A)
Condensator (µF)
Thermische beveiliging wikkeling (°C)
Gebruiksfrequentie (S3) ROT
Max. aantal achtereenvolgende cycli
Krachtafname
mm (1'')
Draaisnelheid krachtafname (toeren/min.)
Nominaal koppel bij krachtafname (Nm)
Max. toerental krachtafname
Beschermingsgraad
Omgevingstemperatuur (°C)
Max. gewicht van de motorvertraging (kg)
Type olie
Hoeveelheid olie (l)
Opmerking: zie Tabel 1 voor de toepassingen met
kettingoverbrenging
AUTOMATISCH SYSTEEM 540-541
230 (+6 –10%)
asynchroon, monofase 1450 rpm
800
3,5
20
140
40%
5
holle passerende as, diam. 25,4
23
50
24
IP54
-20 / +55
14
FAAC XD220
1
Tabel 1
Type
Nominaal
toepassing
koppel
(Nm)
Direct
50
Vertraging 1:1,5
75
Vertraging 1:2
100
Grafiek 1 laat zien met welk type toepassing de 540 kan worden
geïnstalleerd, door de maximum kracht in aanmerking te nemen die
nodig is om de deur F met de hand te openen, uitgedrukt in daN
(1daN = kracht die nodig is om 1,02 kg op te tillen), en de diameter
van de kabeltrommel Dt, uitgedrukt in millimeter. Als het bijvoorbeeld
gaat om een deur die kan worden verplaatst met een kracht van 60
daN en de trommel heeft een diameter van 170 mm, moet de 540
worden geïnstalleerd met een kettingoverbrenging van 1:1,5.
N.B. De kracht F kan worden gemeten met een dynamometer. Deze
houdt niet rechtstreeks verband met het gewicht van de deur, maar
met de balancering ervan.
Overbrenging
1:2
Overbrenging
1:1,5
Directe toepassing
2. AFMETINGEN EN BESCHRIJVING
2
NEDERLANDS
Snelheid
Max. toerental
kabelas
(rpm)
23
17,2
11,5
Grafiek 1
kabelas
24
18
12
Fig. 1