De zelfportret-ontspanknop indrukken
1
Druk op de zelfportret-
ontspanknop en houd deze
ingedrukt.
Er klinkt een pieptoon en [Wi-Fi
ingeschakeld] verschijnt op het
scherm.
2
Ontspan de zelfportret-ontspanknop.
Als u de Wi-Fi-functie wilt uitschakelen, druk dan opnieuw
op de zelfportret-ontspanknop en houd deze vast.
u Opgelet
• Wanneer het lampje van de zelfportret-ontspanknop
groen of rood brandt, dan functioneert deze knop als
de ontspanknop. Gebruik in dat geval een andere
methode om de Wi-Fi-functie in of uit te schakelen.
Een communicatieapparaat aanraken
Wanneer deze camera in contact komt met een
communicatieapparaat dat uitgerust is met de NFC-functie,
brengt de camera een Wi-Fi-verbinding tot stand. (p.96)
1
Houd het
communicatieapparaat licht
tegen het NFC-merkteken
op de camera aangedrukt.
Er klinkt een pieptoon en [Wi-Fi
ingeschakeld] verschijnt op het
scherm.
u Opgelet
• Als u een Wi-Fi-verbinding tot stand wil brengen door een
communicatieapparaat tegen de camera te houden, moet
de Wi-Fi-functie en de NFC-lees/schrijf-functie van het apparaat
eerst ingeschakeld worden. Raadpleeg de handleiding van het
communicatieapparaat voor bijzonderheden over de bediening
hiervan.
t Memo
• Wanneer de specifieke toepassing "Image Sync"
op het communicatieapparaat is geïnstalleerd, wordt
de Wi-Fi-functie ingeschakeld en wordt Image Sync
tegelijkertijd gestart via aanraakbediening. (p.99) Wanneer
Image Sync niet geïnstalleerd is, wordt de downloadsite voor
de toepassing weergegeven op het communicatieapparaat.
5
95