Menulijst
1
Menu's opnamestand
Menu
Belichtingsfunctie
Aangepaste opname
Scènemodus
Opname-instell.
foto's
A1
AF-instellingen
Autom. lichtmeting
Digitaal filter
*4
HDR-opname
22
Onderdeel
Wijzigt tijdelijk de belichtingsstand als de functiekiezer
*1
ingesteld is op O of P.
Stelt de afwerking van de opname in met betrekking tot
*2 *4
bijvoorbeeld kleur en contrast voordat de opname
wordt gemaakt.
Selecteert de scènestand die het meest geschikt is
*3 *4
voor de situatie. (stand S)
*4
Bestandsindeling
Stelt de bestandsindeling van opnamen in.
*4
JPEG-resolutie
Stelt de opnamegrootte in van JPEG-opnamen.
JPEG
Stelt de kwaliteit van JPEG-opnamen in.
*4
kwaliteitsniveau
RAW-formaat
Stelt de RAW-bestandsindeling in.
Selecteert de methode voor automatische scherpstelling
*4
AF-modus
als opnamen worden gemaakt met de zoeker.
Selecteert het gebied waarin scherp wordt gesteld als
*4
Actief AF-gebied
opnamen worden gemaakt met de zoeker.
Activeert het hulplicht tijdens automatische
*4
AF-hulplicht
scherpstelling op donkere locaties.
Selecteert het gedeelte van de sensor dat moet worden
*4
gebruikt voor lichtmeting en het bepalen van de belichting.
Past een digitaal filtereffect toe bij het maken van
opnamen.
*4
HDR-opname
Stelt het type opnemen met hoog dynamisch bereik in.
Bracketwaarde
*4
Stelt de hoeveelheid in voor wijziging van de belichting.
Automatisch uitlijnen Stelt in of de compositie automatisch wordt aangepast.
Functie
Standaardinstelling Pagina
p.109
G
Helder
p.74
Portret
p.47
JPEG
q
p.46
m
PEF
z
p.57
Auto
p.58
(11 AF-punten)
Aan
p.57
Meervlaks
p.54
Geen filter
p.76
Uit
±2 LW
p.78
Aan