Instelling van de witbalans
1
Druk op B in de standby-stand.
Het instelscherm van de witbalans verschijnt.
2
Selecteer de gewenste
instelling van de witbalans.
3
g Automatische witbalans
Meervoud. autom. witbalans
u
h
Daglicht
i
Schaduw
j
Bewolkt
q
Neonlicht - Daglicht kleuren
r
Neonlicht - Daglicht wit
k
s
Neonlicht - Koel wit
t
Neonlicht - Warm wit
l
Lamplicht
m
Flitser
n Kleurtemperatuurverbetering
o
Manuele witbalans
Kleurtemperatuur
p
72
Automatische witbalans
Automatische witbalans
WB±
WB±
3
Annul.
Annul.
Voorbeeld
Voorbeeld
OK
OK
4
5
Beschikbare handelingen bij het maken van opnamen
met de zoeker
R
Selecteert het type van [Neonlicht].
P
Gebruikt Digitaal voorbeeld om vooraf
de achtergrondafbeelding te bekijken
met de toegepaste witbalansinstelling.
J
Slaat de voorbeeldopname op (alleen
als de opname kan worden opgeslagen).
Ga verder naar Stap 5 als u de witbalans niet fijn hoeft
af te stemmen.
Druk op G.
Het scherm voor fijnafstemming
wordt weergegeven.
Beschikbare bewerkingen
AB
Aanpassing: groen-magenta
CD
Aanpassing: blauw-amber
M
Stelt de aanpassingswaarde terug naar
de standaardinstelling.
Druk op E.
Het scherm van Stap 2 verschijnt opnieuw.
Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
Automatische witbalans
Automatische witbalans
G3 G3
A2 A2
±0 ±0
Annul.
Annul.
OK
OK