6.2 Standaard functionele module, FM 200
6.2.1 Ingangen en uitgangen
De module heeft de volgende aansluitingen:
•
twee analoge ingangen
•
twee digitale ingangen of één digitale ingang en
één open-collector-uitgang
•
Grundfos Digital Sensor ingang en uitgang
•
twee signaalrelaisuitgangen
•
GENIbus verbinding.
Alle ingangen en uitgangen zijn intern gescheiden
van de delen die de netspanning geleiden d.m.v.
dubbele isolatie, en elektrisch gescheiden van
overige circuits. Alle regelklemmen worden gevoed
door een veilige lage spannning (PELV), waardoor er
bescherming tegen elektrische schokken is.
6.2.2 Signaalrelais 1
LIVE: U kunt voedingsspanningen tot 250 VAC
aansluiten op de uitgang.
PELV: De uitgang is elektrisch gescheiden van de
overige circuits. Daardoor kunt u de
voedingsspanning of de extra lage
veiligheidsspanning naar wens op de uitgang
aansluiten.
6.2.3 Signaalrelais 2
PELV: De uitgang is elektrisch gescheiden van de
overige circuits. Daardoor kunt u de
voedingsspanning of de extra lage
veiligheidsspanning naar wens op de uitgang
aansluiten.
6.2.4 Aansluitklemmen voor de netvoeding
Fasen
Klemmen
Eenfase
N, PE, L
Driefasen
L1, L2, L3, PE
268
6.2.5 Aansluitklemmen voor ingangen en
uitgangen
GEVAAR
Elektrische schok
‐
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Zorg ervoor dat de aders van de on-
derstaande groepen aansluitingen over
hun gehele lengte door middel van
dubbele isolatie van elkaar worden ge-
scheiden.
OC
GND
+24 V*
+24 V*
+24 V*
+24 V*/5 V*
+
+
+24 V*
+24 V*
+24 V*/5 V*
Aansluitklemmen, FM 200
* Als u een externe voedingsbron gebruikt, moet er
een aansluiting zijn naar aarde.
NC
C1
NO
NC
C2
NO
DI
10
DI3/OC1
4
AI1
2
DI1
5
+5 V
6
GND
A
GENIbus A
Y
GENIbus Y
B
GENIbus B
3
GND
15
+24 V
8
+24 V
26
+5 V
23
GND
25
GDS TX
24
GDS RX
+5 V*
7
AI2