7. Het product in bedrijf nemen
WAARSCHUWING
Hete vloeistof
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Als de temperatuur hoger is dan 50 °C,
gebruikt u handschoenen en een bril
bij het ontluchten van de pomp om het
risico van brandwonden te voorkomen.
WAARSCHUWING
Biologisch gevaar
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Spoel de pomp met schoon water
voorafgaand aan het eerste gebruik.
Schakel de pomp niet in voordat deze ge-
vuld is met vloeistof.
7.1 Aanvulling op beknopte handleiding
Deze instructies vormen een aanvulling op de
beknopte handleiding voor de CMBE en CMBE
TWIN.
http://net.grundfos.com/qr/i/98388184
7.2 Het product aanzuigen en ontluchten
1. Sluit de isolatie-afsluiter aan de uitlaatzijde.
2. Open de afsluiter aan de zuigzijde.
3. Verwijder de ontluchtingsnippel.
4. Vul de pomp met water totdat een gelijkmatige
vloeistofstroom uit de vulopening loopt.
5. Verwijder alle lucht uit het systeem.
6. Bevestig het vulventiel en draai deze vast.
7.3 De druk van het expansievat aanpassen
1. Controleer de voordruk in het expansievat. De
juiste voordruk van het expansievat is gelijk aan
0,7 maal de gewenste persdruk (setpoint).
De voordruk moet worden gemeten in
een drukloos systeem.
2. Pas de voordruk aan. Gebruik altijd stikstofgas om
de vaten bij te vullen.
7.4 Aanloop asafdichting
De oppervlakken van de asafdichting worden
gesmeerd door de verpompte vloeistof. Een geringe
lekkage van de asafdichting van maximaal 10 ml per
dag op 8 tot 10 druppels per uur is mogelijk. Onder
normale omstandigheden verdampt de lekkende
vloeistof. Hierdoor wordt geen lekkage gedetecteerd.
Wanneer de pomp voor het eerst wordt ingeschakeld,
of wanneer de asafdichting is vervangen, is een
bepaalde inloopperiode nodig voordat de lekkage is
gereduceerd tot een aanvaardbaar niveau. De
benodigde tijd hiervoor hangt af van de bedrijfsstatus,
d.w.z. elke keer dat de bedrijfsstatus verandert wordt
een nieuwe inloopperiode gestart.
Lekkende vloeistof wordt afgevoerd door de
afvoeropeningen in de motorflens.
Installeer het product op zodanige wijze dat geen
ongewenste bijkomende schade kan ontstaan door
lekkage.
271