Inhoudsopgave
Advertenties
Bedrijf
10.5 Inschakelen
10.5.1 Zelftest
10.6 Bediening
10.6.1 Parameter selecteren
10.6.2 Parameters instellen
38
De stroomtoevoerkabel op de voedingsbron aansluiten.
Pomp met de knop "AAN/UIT" starten
De toets "pompinstallatie" regelt uitsluitend de parameter [P:010]. Alle via de aandrijf-
elektronica aangesloten componenten worden volgens hun eigen configuratie geacti-
veerd respectievelijk gedeactiveerd.
Let erop dat voor het inschakelen van de turbopomp daarnaast parameter [P:023]
ingeschakeld is.
De DCU voert na het inschakelen een zelftest en een controle van de aangesloten ap-
paraten uit. De duur van de zelftest bedraagt ongeveer 20 s en wordt door een voort-
gangsbalk in het scherm weergegeven.
● Test van de LC-display: alle tekens in het LC-display worden korte tijd donker.
● Test van de LED's: tijdens de zelftest lichten de rode en groene LED op.
● Hardwaretest van de DCU
● Test van de verbinding met de pomp-elektronica: controle of de verbinding met de
pomp-elektronica en diens identiteit correct zijn.
● Controle van de parameters: informatie over de bedrijfsparameters wordt geladen.
● Identificatie van de aangesloten apparaten: weergave van de aanduiding van de aan-
drijfelektronica.
● Voor zover geen fouten zijn opgetreden, is de DCU bedrijfsklaar.
● De groene LED knippert.
Eventuele foutmeldingen met knop
Alle functies van de turbopomp zijn als parameters in de aandrijfelektronica ingebed. Elk
parameter heeft een 3-cijferig nummer en een benaming. De parameters kunnen via de
gebruikersinterface van Pfeiffer Vacuum of via de RS-485 met het protocol van Pfeiffer
Vacuum worden gebruikt.
De waarde van een parameter is altijd leesbaar. Bewerkbare parameters zijn instelcom-
mando's en nominale waarden (zie hiervoor de handleiding van de betreffende aandrijf-
elektronica).
Parameternummers met de toetsen
– Snel bladeren door de betreffende toets ingedrukt te houden.
● De geselecteerde parameter verschijnt in regel 1, de bijbehorende waarde in regel 2.
Parameter selecteren.
Toetsen
en
● De modus Bewerken is actief voor de geselecteerde parameter.
● Aan het begin van de tweede regel in het LCD verschijnt een pijl ( –––►).
Waarde met de toetsen
Toetsen
en
● Als de regel 3 = leeg (zie P. 795) verschijnt: "change confirmed"
resetten.
(achteruit) of
tegelijkertijd indrukken.
,
verlagen of verhogen, of de optie wijzigen.
tegelijkertijd indrukken.
(vooruit) selecteren.
Advertenties
Inhoudsopgave
