9.4.11 Bedrijf met toebehoren
9.4.12 Beluchtingsmodi
Pfeiffer Vacuum raadt een onderbroken bedrijf tussen 5 en 10 hPa aan. Voor het instellen
van de schakeldrempel is een drukmeetapparaat en een doseerventiel nodig.
Het vacuümsysteem met de functie "pompinstalaltie" inschakelen en het opstarten af-
wachten.
Een voorvacuümdruk van 10 hPa opbouwen door gastoevoer via een doseerventiel.
Parameter [P:316] aflezen en noteren.
Inschakellimiet van de voorpomp met parameter [P:711] op het vastgestelde aandrijf-
vermogen voor 10 hPa voorvacuümdruk instellen.
De voorvacuümdruk tot 5 hPa verlagen.
Parameter [P:316] aflezen en noteren.
De uitschakellimiet van de voorpomp met parameter [P:710] op het vastgestelde aan-
drijfvermogen voor 5 hPa voorvacuümdruk instellen.
Vertraagde inschakeling
Het gelijktijdig inschakelen van de turbopomp en voorpomp kan tot een ongewenst gas-
debiet leiden. De voorpomp kan afhankelijk van de proces- of toepassingsvereisten ver-
traagd worden ingeschakeld. De inschakelvertraging is afhankelijk van het toerental van
de turbopomp en is vast ingesteld in de aandrijfelektronica op 6 Hz.
Het signaal kan ook voor het schakelen van een voorvacuüm veiligheidsventiel worden
gebruikt.
Afhankelijk van de configuratie kunnen verschillende apparaten op de turbopomp wor-
den aangesloten en via de parameters van de aandrijfelektronica worden aangestuurd.
Verwarming
Met parameter [P:001] verwarming in- of uitschakelen.
De inschakeling van de aangesloten verwarming van het pomphuis is afhankelijk van
toerental schakelmoment 1 (fabrieksinstelling 80 % x f
Spergasventiel
Met parameter [P:050] een aangesloten spergasventiel via de voorgeconfigureerde
uitgang in- of uitschakelen.
Het beluchten van de turbopomp is pas na het uitschakelen van de functie "pompinstal-
latie" mogelijk. De signaaloutput van de geconfigureerde uitgangen vindt plaats na een
vast ingestelde vertragingstijd van 6 s. Voor het bedrijf met een aangesloten beluchtings-
ventiel zijn drie bedrijfsmodi beschikbaar.
Met parameter [P:012] de beluchting inschakelen.
Met parameter [P:030] de beluchtingsmodus kiezen.
Vertraagde beluchting
De start en de beluchtingstijd na "pompinstallatie uit" zijn configureerbaar en afhankelijk
van het toerental van de turbopomp.
Parameter [P:030] = 0
Met parameter [P:720] het toerental van de beluchting in % van het nominale toeren-
tal instellen.
Met parameter [P:721] de beluchtingstijd in seconden instellen.
Parameterset van Pfeiffer Vacuum
).
nominaal
33