Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Uitgangen; Do Afstandsbediening Prioriteit Geactiveerd / Pen; Relaiscontacten (Inverteerbaar) - Pfeiffer Vacuum TCP 1200 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

f(%)
100
20
U(V)
2
10
6.2.3

Uitgangen

6.2.4

Relaiscontacten (inverteerbaar)

AI toerental instelmodus / pen 7 en pen 11
De analoge ingang dient voor het instellen van de toerental van de turbopomp. Een in-
gangssignaal van 2 - 10 V tussen AI+ (pen 7) en AI- (pen 11) komt overeen met een toe-
rental binnen 20 - 100% van het nominaal toerental. Bij geopende ingang of signalen on-
der 2 V wordt de pomp tot het nominaal toerental versneld.
De digitale uitgangen van aansluiting "remote" hebben een uitgangscapaciteit van maxi-
maal 24 V / 50 mA per uitgang. Alle hieronder weergegeven uitgangen kunnen met de
set parameters van Pfeiffer Vacuum via de RS-485 interface worden geconfigureerd (de
beschrijving is gebaseerd op de fabrieksinstellingen).
DO1 (schakelmoment toerental bereikt) / pen 8
Actief hoog na het bereiken van het toerental schakelmoment. Het toerental schakelmo-
ment 1 is in de fabriek op 80% van het nominale toerental ingesteld. Het kan bijvoorbeeld
voor een bericht "pomp bedrijfsklaar" worden gebruikt.
DO2 (geen fouten) / pen 9
Na het opnieuw inschakelen van de stroomtoevoer geeft de digitale uitgang D02 perma-
nent 24 V DC met de melding "geen fout" weer. Actief laag in geval van fouten (gemeen-
schappelijk foutbericht)

DO afstandsbediening prioriteit geactiveerd / pen 23

Active high: De aansluiting "remote" heeft voorrang op alle andere eventueel aangeslo-
ten bedieningseenheden (bijv. RS-485). Bij active low wordt de aansluiting "remote" ge-
negeerd.
AO1 analoge uitgang 0-10 V DC / pen 12
Via de analoge uitgang kan een toerentalafhankelijke spanning (0-10 V DC komt over-
een met 0 - 100 % x f
nominaal
functies kunnen worden toegekend aan de analoge uitgangen via de DCU, HPU of PC
(naar keuze stroom/vermogen).
Relais 1 / pen 15, pen 16 en pen 17
Het contact tussen pen 16 en pen 15 is gesloten als het toerental wordt onderschreden;
relais 1 is niet actief. Het contact tussen pen 16 en pen 17 is gesloten wanneer het toe-
rentalschakelmoment is bereikt; relais 1 is actief.
Relais 2 / pen 18, pen 19 en pen 20
Het contact tussen pen 19 en pen 18 is gesloten bij een bestaande fout; relais 2 is niet
actief. Het contact tussen pen 19 en pen 20 is gesloten bij storingsvrij bedrijf; relais 2 is
actief.
Relais 3 / pen 21 en pen 22
Het contact tussen pen 21 en pen 22 is gesloten bij een inactieve waarschuwing; relais
3 is niet actief. Het contact tussen pen 21 en pen 22 is open bij bestaande waarschuwin-
gen; relais 3 is actief.
) worden vastgesteld (belasting R ≥ 10 kΩ). Aanvullende
Aansluiting "remote"
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave