9
Het is verplicht:
1
een omnipolaire elektromagnetische scha-
kelaar, stroomonderbreker, te gebruiken die
voldoet aan de CEI (Italiaans Elektrotechnisch
Comité)-EN-normen (opening tussen de con-
tacten van minimaal 3 mm).
2
de aansluiting L (Fase) – N – (Neutraal) aan te
houden. Ervoor te zorgen dat de aardgeleider
circa 2 cm langer is dan de voedingsgeleiders.
3
kabels te gebruiken met een doorsnede die
gelijk is aan of groter is dan 1,5 mm2, compleet
met adereindehulzen.
4
bij iedere ingreep van elektrische aard de scha-
kelschema's van deze handleiding te raadple-
gen.
5
het apparaat op een doeltreffend aardingssy-
steem aan te sluiten.
2 . 1 0 Aansluiten van externe sonde
De correcte positie van de externe sonde is essentieel
voor het goed functioneren van de klimaatregeling.
De sonde moet buiten het te verwarmen gebouw wor-
den geplaatst, op circa 2/3 van de hoogte van de NO-
ORD- of NOORDWEST-gevel en ver verwijderd van ro-
okgaskanalen, deuren, ramen en zonnige gebieden.
Het aan de muur bevestigen van de externe sonde
− Draai het deksel van de beschermdoos van de
sonde los om toegang te krijgen tot de klem-
menbord en de bevestigingsopeningen.
− Teken de bevestigingspunten af door de doos als
mal te gebruiken.
− Verwijder de doos en boor de gaten voor de ex-
pansiepluggen van 5x25.
− Bevestig de doos aan de wand en maak daarbij
gebruik van de bijgeleverde pluggen
− Voer een bipolaire kabel (met een doorsnede van
0,5 tot 1mm2) in de doos voor het aansluiten van
de sonde op de verwarmingsketel.
− Sluit de deksel van de beschermdoos weer
0
Het is verboden gas- en/of waterleidingen voor
de aarding van het toestel te gebruiken.
0
Het is verboden de voedingskabels en de kabels
van de ruimtethermostaat langs warme opper-
vlakken (aanvoerleidingen) te leiden. Gebruik,
indien mogelijk bij contact met delen warmer
dan 50°C een daarvoor geschikt kabeltype.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele
schade die veroorzaakt is door het ontbreken van
aarding van het toestel of door het niet in acht ne-
men van wat in de schakelschema's is aangegeven .
33
INSTALLATEUR