Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Riello TAU UNIT OIL 28/120 B Instructies Voor Installatie pagina 27

Verberg thumbnails Zie ook voor TAU UNIT OIL 28/120 B:
Inhoudsopgave

Advertenties

HET WATER IN VERWARMINGSINSTALLATIES .
AANWIJZINGEN VOOR ONTWERP , INSTALLATIE EN BEHEER VAN VERWARMINGSINSTALLATIES .
Chemisch-fysische eigenschappen
De chemisch-fysische eigenschappen van het water moeten overeenkomen met de Europese norm EN 14868 en on-
derstaande tabellen:
STALEN GENERATOREN
met Vuurhaardvermogen < 150 kW
Water eerste
pH
Hardheid
°fH
Elektri-
sche ge-
μs/cm
leidbaarheid
Chloriden
mg/l
Sulfiden
mg/l
Nitriden
mg/l
Ijzer
mg/l
(*) waarden van het water in de installatie na 8 weken bedrijf
Algemene opmerking omtrent het bijvulwater:
− wanneer er wordt bijgevuld met onthard water moet er 8 weken na het bijvullen opnieuw gecontroleerd wor-
den of het aanwezige water binnen de limietwaarden ligt en met name de elektrische geleidbaarheid
− wanneer er wordt bijgevuld met gedemineraliseerd water is er geen controle noodzakelijk.
De verwarmingsinstallaties
9
Mogelijk bijvullen mag niet via een automatisch sy-
steem plaatsvinden, maar manueel en moet in het
serviceboekje van de installatie genoteerd worden.
9
Bij een systeem met meerdere ketels moeten ze
tijdens de eerste periode van werking ofwel alle-
maal tegelijk in bedrijf worden gesteld of zeer kort
na elkaar, zodat de geringe aanvankelijke kalkaan-
slag gelijkmatig verdeeld wordt.
9
Nadat de installatie tot stand is gebracht moet een
spoelcyclus gedraaid worden om mogelijke bewer-
kingsresten uit het systeem te verwijderen.
9
Vul- en mogelijk bijvulwater moet altijd gefilterd
worden (filters met synthetisch of metaalnet met
filtervermogen van minstens 50 micron) om ne-
erslag en dus caverneuze corrosieverschijnselen te
voorkomen.
9
Bij bestaande installaties moet het verwarmingssy-
steem eerst naar behoren gereinigd en gespoeld
en daarna pas gevuld worden. De ketel mag pas
gevuld worden nadat het verwarmingssysteem ge-
spoeld is.
Reeds aanwe-
vulling
zig water (*)
6-8
7,5-9,5
< 10°
< 10°
< 150
< 20
< 20
< 20
< 0,5
STALEN GENERATOREN
met Vuurhaardvermogen > 150 kW
pH
Hardheid
°fH
Elektri-
sche ge-
μs/cm
leidbaarheid
Chloriden
mg/l
Sulfiden
mg/l
Nitriden
mg/l
Ijzer
mg/l
Nieuwe verwarmingsinstallaties
De eerste vulling van de installatie dient traag te gebeu-
ren; wanneer het systeem eenmaal gevuld en ontlucht
is hoeft het eigenlijk niet meer bijgevuld te worden.
Tijdens de eerste inschakeling moet de installatie de
max.bedrijfstemperatuur bereiken ter bevordering van
de ontluchting (bij een te lage temperatuur kunnen de
gassen niet ontsnappen).
Herkwalificatie van oude verwarmingsinstallaties
Wanneer bij het vervangen van de verwarmingsketel de
waterkwaliteit in de bestaande installaties aan de vo-
orschriften voldoet hoeft er niet opnieuw bijgevuld te
worden. Wanneer de kwaliteit van het water niet aan
de voorschriften voldoet wordt opnieuw conditioneren
van het water geadviseerd of scheiding van de syste-
men (in het ketelcircuit dient aan de vereisten inzake de
waterkwaliteit voldaan te worden).
27
Water eerste
Reeds aanwe-
vulling
zig water (*)
6-8
7,5-9,5
< 5°
< 5°
< 100
< 10
< 10
< 10
<0,5
INSTALLATEUR

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

20101216

Inhoudsopgave