Als u de radiocellen van meerdere basisstations heeft opgemeten, kunnen de resultaten
er bijvoorbeeld als volgt uitzien:
Meetp.
Basisstation A
1
–60 dBm / 100 %
2
–50 dBm / 98 %
3
–65 dBm / 100 %
4
–48 dBm / 100 %
5
–55 dBm / 98 %
6
–65 dBm / 100 %
7
–68 dBm / 96 %
8
–55 dBm / 98 %
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
Meetpunten waar twee basisstations met een minimale waarde van –65 dBm wordt ont-
vangen, bevinden zich in een overlappingszone van beide basisstations waarbinnen
handover mogelijk is (in de tabel grijs weergegeven).
Synchronisatie-overlapping van aangrenzende basisstations
opmeten
Voor de synchronisatie van de basisstations mag de signaalsterkte tussen twee aangren-
zende basisstation niet onder –70 dBm liggen. Deze waarde geldt bij goede
omgevingsvoorwaarden,
Voer de meldingen als volgt uit:
¤
Laat het meet-basisstation op het laatste meetpunt staan en loop met de handset naar
de geplande positie van een basisstation dat met het eerste basisstation moet syn-
chroniseren.
Voor een betrouwbare beoordeling van de synchronisatie moet u zich met de handset
precies naar de plek van het geplande basisstation begeven (dus indien nodig een lad-
der gebruiken om op de juiste hoogte te meten).
¤
Controleer of het signaal binnen de grens van -70 dBm bij 100 % frame-kwaliteit ligt.
Als dit niet het geval is, dient u de plek voor het basisstation zodanig aan te passen tot
deze minimale voorwaarde is vervuld.
¤
Monteer het meet-basisstation op deze plek en voer dezelfde metingen uit als voor de
eerste positie.
Basisstation B
–50 dBm / 100 %
–59 dBm / 100 %
–46 dBm / 98 %
–60 dBm / 96 %
–52 dBm / 98 %
–63 dBm / 100 %
–48 dBm / 98 %
£
pagina
22.
Basisstation C
Basisstation D
–65 dBm / 100 %
–57 dBm / 100 %
–42 dBm / 100 %
–46 dBm / 98 %
–40 dBm / 100 %
–60 dBm / 98 %
–43 dBm / 100 %
Meting uitvoeren
–52 dBm / 100 %
–42 dBm / 100 %
–56 dBm / 100 %
–50 dBm / 98 %
–53 dBm / 100 %
–60 dBm / 98 %
27