Projecteren van het DECT-netwerk
Planning van de synchronisatie
Basisstations die samen een DECT-netwerk vormen, moeten zich onderling kunnen syn-
chroniseren. Dit is een voorwaarde voor een probleemloze overgang van de handsets van
de ene radiocel naar de andere (handover). Tussen cellen die niet gesynchroniseerd zijn,
is handover niet mogelijk.
De synchronisatie verloopt via een zogenaamde luchtinterface (air interface), d.w.z. via
het draadloze DECT-netwerk. Dit betekent dat de signaalsterkte tussen aangrenzende
basisstations voldoende moet zijn voor de synchronisatie. De richtwaarde hiervoor
bedraagt minimaal –70 dBm, maar kan door omgevingsfactoren worden beïnvloed. Zie
voor meer informatie over dit onderwerp paragraaf
£
vastleggen,
Let op
Synchronisatie heeft altijd betrekking op een cluster. U kunt meerdere clusters confi-
gureren, die echter niet onderling worden gesynchroniseerd. Daarom is handover
tussen clusters niet mogelijk.
De synchronisatie verloopt via de master-slave-procedure. Dit houdt in dat een basissta-
tion (master) de synchronisatie-timing doorgeeft aan één of meerdere basisstations (sla-
ves). Aangezien in een multicel-DECT-netwerk meestal niet alle basisstations beschikken
over een adequate verbinding met alle andere basisstations, is het niet mogelijk slechts
één enkel master-station te gebruiken en alle andere als slave te configureren. Daarom
moet u een zogeheten synchronisatiehiërarchie tot stand brengen. Deze hiërarchie kunt
u met de web-gebruikersinterface van de DECT-manager Gigaset N720 DM PRO configu-
reren.
Tijdens de configuratie wijst u aan ieder basisstation een niveau in de synchronisatiehië-
rarchie toe (sync-level). Sync-level 1 is het hoogste niveau; dit kan slechts eenmaal in het
cluster voorkomen. Een basisstation wordt altijd gesynchroniseerd met een basisstation
dat een hoger sync-level bezit. Als een basisstation meerdere basisstations met een hoger
sync-level ziet, dan synchroniseert het zich met het basisstation met het sterkste signaal.
Als het geen basisstation met een hoger sync-level ziet, dan is synchronisatie niet moge-
lijk. Een Gigaset N720 IP PRO basisstation geeft zijn synchronisatiestatus aan met een
LED-indicatie.
Informatie over het synchroniseren van basisstations vindt u in de gebruiksaanwijzing
voor Gigaset N720 IP PRO en Gigaset N720 DM PRO.
Let op
Het is nuttig om de basisstations al bij de planning een naam te geven die de locatie
in het gebouw duidelijk weergeeft. Voer deze naam op het schema in. Noteer boven-
dien de toewijzing van de namen aan de MAC-adressen van de apparaten.
Dit maakt de latere configuratie van de synchronisatiehiërarchie in de web-
gebruikersinterface en het toewijzen van de geïnstalleerde apparaten veel eenvoudi-
ger.
12
pagina
22.
Grenswaarden