Projecteren van het DECT-netwerk
Storing door andere draadloze cellen en netwerken
DECT is zeer ongevoelig voor storingen als gevolg van andere draadloze netwerken. Zo is
bijvoorbeeld gelijktijdig gebruik met WLAN geen enkel probleem. Ook vormen de
meeste andere asynchrone afzonderlijke DECT--basisstations geen enkel probleem.
In bijzondere omstandigheden kunnen in een omgeving met een zeer hoog DECT-
gebruik problemen ontstaan. Dit geldt niet alleen voor het gelijktijdig gebruik met afzon-
derlijke asynchrone DECT-basisstations, maar met name ook als basisstations met een te
geringe onderlinge afstand worden geplaatst, bijvoorbeeld om een hotspot af te dekken.
Ondanks voldoende signaalsterkte kunnen de volgende storingen optreden:
u
onverwacht verbreken van de verbinding
u
synchronisatieverlies van de handsets
u
slechte spraakkwaliteit
¤
Als storingen het gevolg zijn van basisstations die te dicht op elkaar zijn geïnstalleerd,
kunt u de problemen proberen te verhelpen met de maatregelen die in paragraaf
Hotspots
zijn beschreven (afstand vergroten, obstakels gebruiken als demping,
£
pagina
16)
¤
Als u andere DECT-bronnen heeft gevonden, probeer dan of u deze kunt uitschakelen,
verplaatsen naar een andere locatie of kunt integreren in uw DECT-netwerk.
Conclusie
Storingen van het draadloze verkeer hebben uiteenlopende oorzaken die niet altijd van
te voren kunnen worden bepaald, door wisselwerkingen worden versterkt of opgeheven
en die zich tijdens het gebruik van het netwerk kunnen wijzigen.
Daarom kan de daadwerkelijke invloed van storende factoren op de ontvangst en de
spraakkwaliteit alleen door middel van metingen worden bepaald. Deze geven echter
ook alleen een overzicht van het netwerk ten tijde van de meting. Het is daarom aan te
bevelen de gebieden van het DECT-netwerk waarin rekening moet worden gehouden
met storingen tijdens de planning ruim te bemeten, d.w.z. niet te baseren op grenswaar-
den.
18