4.4.2 BRANDSTOF BIJVULLEN
• De brander mag NIET in warme of brandende toestand en NIET via de
brandergoot worden gevuld! LEVENSGEVAARLIJK!
• Minimale wachttijd tussen doven en opnieuw vullen van de brander =
1 uur!
• Laat ook zo lang de evt. nog hete veiligheidsruiten op het toestel zitten!
Gevaar voor brandwonden!
• De branders zijn ervoor bestemd om tot aan het einde van de brand-
stof te branden. Wanneer u slechts gedurende een korte periode van
het vlammenbeeld wilt genieten, vul dan dienovereenkomstig minder
brandstof bij. Sluit de brander door middel van de stalen afdekplaat met
behulp van de grijpstaaf wanneer u hem vroegtijdig buiten gebruik wil
stellen.
Ga als volgt te werk voor het bijvullen:
1. Zorg voor voldoende luchttoevoer.
2. Controleer of de brander is gedoofd en volledig is afgekoeld (minimale
wachttijd na het doven = 1 uur).
3. Voor het opvullen kan de brander in de behui-
zing blijven zitten. Open hiervoor het deksel van
de behuizing. Afhankelijk van de inbouwsituatie
moeten de beschermruiten afgenomen worden. Bij
de inbouw in een speciaal vervaardigde stookka-
mer (haardinstallatie) moet de brander buiten de
behuizing volgetankt worden (zichtbaarheid van
het vulpeil).
4. Controleer de inhoud van de tank.
5. Verifieer of de stalen afdekplaat op de brander ligt en deze de brander-
mat afdekt.
6. Open de vulschroef met behulp van de
sleutel.
7. Plaats de trechter in de vulopening en vul
het reservoir bij met maximaal 2,6 liter
bio-ethanol.
8. Het vulpeiloog geeft de maximaal toege-
stane vulhoeveelheid aan. Het maximale
vulpeil is bereikt, wanneer er bio-ethanol
door de gleuven (zie pijl) in de reflectorwel-
ving loopt.
Als u toch een keer teveel brandstof vult, zodat de brander overloopt, wordt
de ethanol in het veiligheidsreservoir verzameld. Maak dit onmiddellijk en
voor het aansteken van de brander leeg. Reinig het oppervlak van de bran-
der, totdat deze droog is en volledig vrij van ethanol.
Let op: ethanol is bijzonder ontvlambaar. Er mogen geen ontstekingsbron-
nen in de buurt zijn!
Voor het aansteken van de brander, doorloopt u de stappen 9 tot 16 die in
paragraaf 4.4.1 worden beschreven.
DE 29
DE