1 - ALGEMENE BESCHRIJVING
1.9. Communicatie in een pLAN-netwerk
Standaard is de elektronische regeling geconfi gureerd voor een
standalone unit, maar het is mogelijk deze in een pLAN-netwerk
(Local Area Network) op te nemen als master, slave of back-up.
Een pLAN-netwerk zorgt voor het uitwisselen tussen units van
gegevens en informatie, tot maximaal 15 units. Daardoor is het
verminderen van het aantal Grafi sche terminals mogelijk, omdat
één enkele gedeelde monitor alle kaarten in het netwerk kan
verwerken
Het maximale aantal units dat kan worden geconfi gureerd binnen
een Master/Slave pLAN-netwerk is 15 en in geval van back-up
units 2.
Samenstelling
Het pLAN-netwerk moet minimaal zijn samengesteld uit de
volgende componenten:
● Een regelkaart voor elke unit die is geïntegreerd in het netwerk.
Het maximaal aantal units in het genoemde netwerk is 15.
Een van de units is geconfi gureerd als de master unit in het
netwerk en de andere units zijn als slave geconfi gureerd.
● Een grafi sche terminal welke is geconfi gureerd als gedeelde
terminal. Alle kaarten die zijn geïntegreerd in het netwerk kunnen
vanaf deze terminal worden bewaakt.
Aanvullende componenten:
● Privé Grafi sche terminals: het is mogelijk hetzelfde aantal
terminals toe te voegen als het aantal bestaande units in het
netwerk.
● Gedeelde sensoren: in een pLAN-netwerk met de passende
omstandigheden, kan de waarde gemeten door bepaalde
sensoren die zijn geïnstalleerd op de master unit worden
gedeeld met de slave units.
Deze sensoren zijn: buitentemperatuur, omgevingstemperatuur,
buitenluchtvochtigheid, omgevingsluchtvochtigheid en CO
luchtkwaliteit.
Vectic
1
Master unit, address 1
Slave unit, address 2
Master-unit, adres 1
VecticGD terminal
Grafi sche terminal
Grafi sche terminal
VecticGD terminal
(gedeeld)
(shared)
Karakteristieken van het netwerk: communicatienorm: RS485;
overdrachtsnelheid: 65,2 Kbit/s; maximale netwerklengte: 500 m.
Voor meer informatie zie de "50FC" regelaar brochure.
6
Vectic
Vectic
2
Slave unit, address 15
Slave-unit, adres 2
Slave-unit, adres 15
Grafi sche terminal
VecticGD terminal
(private)
(privé)
(private)
(privé)
Functionaliteit
Belangrijk: voor het gebruik van de volgende functionaliteiten is
het noodzakelijk één unit in de "Selectie software" als master te
confi gureren en de andere als slaves (inclusief de back-up unit).
Het pLAN-netwerk maakt de volgende functionaliteiten mogelijk
afhankelijk van de ingestelde confi guratie:
● Master/Slave:
Mogelijkheid tot delen van de Grafi sche terminal en enkele van
de op de master unit geïnstalleerde sensoren:
- omgevingstemperatuur en buitentemperatuur,
- o m g e v i n g s t e m p e r a t u u r + l u c h t v o c h t i g h e i d e n
buitenluchtvochtigheid,
- CO
luchtkwaliteit.
2
● Uitgebreide Master/Slave:
Het omvat "Master/Slave"-functionaliteiten en de master unit
stuurt omgevingstemperatuur-setpoint naar de andere units.
● Master/Slave met dezelfde gebruiksmodus:
Het omvat de "Uitgebreide Master/Slave" functionaliteiten en
de master unit stuurt de status (koelen, verwarmen, ventileren)
naar de andere units.
● Back-up in geval van alarm:
Een unit is geconfi gureerd als een backup unit, in geval van
storing van de andere pLAN-netwerk-unit.
● Uitgebreide back-up:
Het omvat de functies "Back-up in geval van alarm" en ook
bestuurt de regeling de automatische wekelijkse omschakeling
tussen de twee units, om de bedrijfstijden van beide units in
2
evenwicht te houden.
Belangrijk: de functie "Back-up in geval van alarm" heeft altijd
voorrang boven "Uitgebreide back-up", d.w.z. wanneer één unit
gedurende een bepaalde week moet werken maar er treedt
een ernstig alarm op, wordt automatisch omgeschakeld naar
15
de andere unit.
Alarmniveaus worden ingesteld om te bepalen welke van de
twee units in bedrijf moet zijn (zie hoofdstuk 12. Alarmen)
Opmerking: in geval van installatie met back-up units, is het niet
mogelijk de sensoren te delen en ook niet de terminal omdat
beide units volledig autonoom moeten kunnen werken. Wanneer
beide units zijn aangesloten op hetzelfde toevoerkanaalnetwerk,
moet de installatie zijn uitgerust met terugslagkleppen
(verantwoordelijkheid installateur).