15 - TECHNISCHE EN ELEKTRISCHE GEGEVENS
● Sluit de sensor door het deksel rechtsom te draaien(fi g. 4).
(fi g.1)
(fi g.3)
Reiniging en onderhoud
Gebruik voor het reinigen van het instrument geen ethylalcohol,
koolwaterstoffen (benzine), ammonia en derivaten. Gebruik
neutrale reinigingsmiddelen en water.
Controleer periodiek de beluchtingssleuven op de sensor om te
waarborgen dat de lucht vrij kan doorstromen, zonder obstructies
vanwege vervuiling of stof in de installatie.
15.2. Luchtkwaliteitssensor 4.. 20 mA
Er zijn verschillende mogelijkheden:
● Omgevingsluchtkwaliteitssensor (installatie in de omgeving).
● Aanzuigluchtkwaliteitssensor (kanaalmontage).
● Sensor geïnstalleerd op de mastereenheid van het locale
netwerk (pLAN).
● Dubbele kwaliteitssensor:
- Twee omgevingsluchtsensoren;
- Een omgevingsluchtsensor en een buitenluchtsensor;
- Een aanzuigluchtsensor (kanaalmontage) en een
buitenluchtsensor.
Installatie in de omgeving
● Deze sensor moet worden geplaatst op
de binnenmuur van de te conditioneren
ruimte, op circa 1,5 m hoogte en
op tenminste 50 cm afstand van de
volgende muur.
● Het mag nooit worden gemonteerd:
- Op buitenmuren.
- In nissen of achter gordijnen.
- Boven of bij warmtebronnen of legplanken.
- Op wanden die een warmtebron bedekken, zoals een
schoorsteen.
- In het stralingsgebied van warmtebronnen en lichtbronnen zoals
bijv. spotjes.
- In een omgeving met blootstelling aan direct zonlicht.
50
(fi g.2)
(fi g.4)
Kanaalmontage
Deze uitvoering kan op het luchtkanaal worden gemonteerd op
deze twee manieren:
±0.3
90
mm
±0.11
3.54
"
Ø > 13mm
Ø > 0.51"
60
±0.3
mm
2.36
±0.11
"
Ø > 16mm
Ø > 0.63"
6mm
0.24"
Buitenmontage
±0.3
90
mm
3.54
±0.11
"
5mm
0.2"
19mm
0.75"
Elektrische aansluiting
Deze sensor (S10) is geconfi gureerd als een analoge uitgang
4...20 mA (0..2000 ppm), in de analoge ingang B10 van de
regelkaart (connector J18). Aanbevolen aderdiameter: 1,5 mm
Buitenluchtsensor
S10
110
+V
1
111
GND
2
GND
RH
3
Cuadro
Schakelkast
eléctrico
T
4
109
CO2
5
GND
6
GND
B10 (J18)
De tweede sensor (S10-2) is geconfi gureerd als een analoge
uitgang 4...20 mA (0..2000 ppm voor omgevingssensor of
0..5000 ppm voor buitensensor), in de analoge ingang B1 van de
uitbreidingskaart pCOe met adres 9 (connector J9). Aanbevolen
2
aderdiameter: 1,5 mm
.
Omgevings- of buitensensor:
110
111
Cuadro
Schakelkast
eléctrico
210
B1 (J9)
pCOe dir.9
pCOe adr.9
5mm
0.2"
19mm
0.75"
M16x1,5
Opmerking: deze sensor moet
buiten worden opgesteld maar
onder een afdekking.
M16x1.5
Aanzuigsensor (kanaalgemonteerd)
S10
110
+V
1
111
GND
2
GND
Cuadro
Schakelkast
GND
GND
3
eléctrico
109
CO2
4
NC
5
Tpassive
6
Tpassief
B10 (J18)
Tpassive
7
Tpassief
S10-2
1
+V
GND
GND
2
RH
3
T
4
5
CO2
GND
GND
6
2
.