Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Problemen Oplossen - Carrier 50FF/FC 020-280 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

16 - PROBLEMEN OPLOSSEN

● De unit schakelt niet in (de voedings-LED op de hoofdprint is
uitgeschakeld).
Controleer:
1. De aanwezigheid van de voedingsspanning;
2. Of de uitgangsspanning van de transformator 24 VAC/VDC
is;
3. Of de connector voor de voeding 24 VAC/VDC correct is
aangesloten;
4. Of de overbelastingszekering intact is.
● Bij inschakelen treden problemen op met de LCD (vreemde
karakters, leeg display).
Controleer:
1. Of de software in de fl ash correct is;
2. Het pLAN-adres van de pCOc en op de terminal (controleer
dat deze voldoen aan de eisen van de applicatie);
3. De aansluiting tussen de Grafi sche terminal en de μPC
MEDIUM-kaart.
● Foutieve afl ezingen van de ingangssignalen.
Controleer:
1. De correcte voedingsspanning naar de μPC MEDIUM-kaart
en sensoren;
2. De scheiding tussen de voedingsspanning van de digitale
ingangen en die van de μPC MEDIUM-kaart. Een 24 VAC/24
VAC, 5 VA transformator kan worden gebruikt.
3. Of de kabels van de sensoren conform de specifi caties zijn
aangesloten;
4. Of de sensorkabels op voldoende afstand zijn geïnstalleerd
van mogelijke bronnen van magnetische interferentie
(voedingskabels, magneetschakelaars, hoogspanningskabels
of kabels die zijn aangesloten op apparaten met hoge
stroompieken);
5. Of er niet een hoog niveau warmteweerstand heerst tussen
de sensor en de sensorkap (indien aanwezig). Pas indien
nodig warmtegeleidende pasta of olie toe in de kappen om
een goede temperatuuroverdracht te waarborgen.
6. Indien er een sensorfout of μPC MEDIUM-kaartomvormerfout
aanwezig is, variëren de uit te voeren controles afhankelijk
van het type sensor:
Actieve temperatuur-/vochtigheidssensoren met 0-1 V signaal:
Meet met een voltmeter het sensorsignaal tussen de Bn en
GND klemmen en controleer of de spanning overeenkomst
met de temperatuur-/vochtigheidswaarde: 1 mVDC komt
overeen met 0,1% RV.
Voorbeeld: uitlezing 200 mVDC (0,2 VDC), de sensor zendt
een signaal dat overeenkomt met 20% RV, logischerwijs komt
0 mVDC dus overeen met 0 °C/0% RV;
Druksensoren:
Controleer bij fouten in de uitlezing van deze sensoren of:
- De analoge ingangen van deze sensoren zijn ingesteld voor
ontvangen van 4-20 mA signalen;
- Of de capillair van de sensor niet is geblokkeerd.
- De ingestelde eindwaarde zoals ingesteld door de software
overeenkomt met hetgeen gebruikt door de sensor.
Door met een voltmeter de spanning tussen de Bn en GND
klemmen te meten, wordt een indicatie van het actuele
sensorsignaal verkregen, waarbij er rekening mee moet
worden gehouden, dat de ingang een impedantie heeft
van 100 Ω, door toepassing van de formule I= V/R.
De drukwaarde "Ps" zoals gezonden door de sensor kan als
volgt worden berekend (FS = schaaleindewaarde):
Ps = (Vmed/100 - 0,004) x (FSmax - FSmin) / 0,016 +
Fsmin
Voorbeeld: de gebruikte sensor heeft Fsmin = -0,5 bar,
Fsmax = 7 bar; de uitgelezen spanning is gelijk aan
Vmed = 1,0 VDC.
De druk Ps die de sensor meet is dan:
Ps = (1,0/100 - 0,004) x [7 - (-0,5)] / 0,016 + (-0,5) = 2,3 bar
NTC-sensoren:
Het sensorsignaal is een weerstandswaarde die afhankelijk
is van de temperatuur.
De volgende tabel toont enkele van de weerstandswaarden
voor verschillende temperaturen. Door de ingangssensor los
te koppelen en de weerstand met een multimeter te meten,
kan in de tabel de bijbehorende temperatuurwaarde worden
opgezocht.
°C
-20
67,7
-15
53,3
-10
42,2
-5
33,8
● Voor de controle van de instelling van de sensoringangen.
Schakel de μPC MEDIUM-kaart uit en voer de volgende metingen
uit met een tester tussen de Bn en AVSS-sensoringangen:
Sensortype
CTN
4/20 mA
0/1 V; 0/5 V; 0/10 V
● Ongebruikelijk alarmsignaal van de digitale ingang.
Controleer of het alarmsignaal aanwezig is op de ingang; meet
de spanning tussen de "IDC" gezamenlijke klem en de digitale
ingangsklem welke het alarm "IDn" geeft:
- Wanneer spanning aanwezig is (24 VAC of VDC, afhankelijk
van de gebruikte voedingsspanning voor de digitale
ingangen), is het contact van het aangesloten alarmapparaat
gesloten;
- Wanneer de spanning bij 10 VAC of 10 VDC ligt (zie boven)
is het contact open.
Mits anders uitdrukkelijk gespecifi ceerd, geeft de regeling
een alarm wanneer een open contact wordt gedetecteerd.
°C
°C
0
27,2
20
12,0
5
22,0
25
10,0
17
17,9
30
8,3
15
14,6
35
6,9
Gemeten spanning
2,5 V
0 V
0 V
51

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave