14 - CONNECTIONS
Connector J8
Aansluiting van het pLAN-netwerk
Connector J10
Aansluiting van de RS485 veldbus (Bedienterminal, sensoren enz.)
Connector J11
Elektronisch expansieventiel circuit 1
Connector J12 (digitale uitgangen)
Aan/uit regeling van de componenten:
NO1: Compressor 1 van circuit 1
NO2: Cyclusomkeerklep circuit 1
NO3: Laag toeren buitenventilator circuit 1 (optie ventilator met
2 toeren)
Connector J13 (digitale uitgangen)
Aan/uit regeling van de componenten:
NO4: Aanvoerventilator
NO5: 1e trap van elektrische batterij of gasbrander of
verwarmingsketel (optie)
NO6: 2e trap van elektrische batterij
Connector J14 (digitale uitgangen)
Aan/uit rege ing van de componenten:
NO7: S i g n a a l v a n e x t e r n a l g e m e e n a l a r m o f p o m p
i n w a r m w a t e r b a t t e r i j c i r c u i t o f p o m p i n h e t
verwarmingsketelcircuit of warmteterugwinbatterij of aan/
uit-bevochtiger of warmtewiel (optie)
Opmerking: uitgangen NO1 of NO4 van de uitbreidingskaart pCOe
met adres 8 kunnen ook worden gebruikt voor het aansluiten van
bepaalde van de voornoemde optionele elementen
14.2. Seriële aansluiting van RS485-sensoren op de veldbus van de regelkaart (optie)
De volgende seriële sensoren kunnen worden aangesloten op de RS485 veldbus (connector J10), geconfi gureerd met verschillende
adressen:
- 1 tot 4 sensoren voor omgevingstemperatuur of temperatuur + luchtvochtigheid.
- Enthalpiesensoren op de menglucht en de toevoerlucht voor berekening van de koel- en verwarmingsvermogens.
Temp. of
Temp. or
RH+Temp.
RV+temp.
probe
sensor
J10
"50FC"
Vectic
+(G)
M(G0)
24 V AC
24 Vac
GND
GND
ON
ON
Dip 1-5 Adres On (128-159)
Dip 1-5 Address On (128-159)
Dip 6-7 Off -Off = Supv. Carel
Dip 6-7
1
2 3 4
5 6 7 8
Off -On = ModBus 1,8 N,2
On-Off = Auto (SupvC-ModBus)
On-On = ModBus 1,8,E,1
On-On =ModBus 1,8,E,1
Dip 8 Off = 19200 bps
= 19200 bps
ON = 9600 bps
On = 9600 bps
Temp. of
Temp. or
RH+Temp.
RV+temp.
probe
sensor
No.1
No.2
+(G)
M(G0)
RS485 probes configuration:
Confi guratie RS485 sensoren:
Omgevingssensor nr.1:
Omgevingssensor nr.2:
Ambient probe No.1:
Ambient probe No.2:
Adres: 128
Adres: 129
Address: 128
Address: 129
Modbus 1, 8, N, 2
Modbus 1, 8, N, 2
Modbus 1, 8, N, 2
Modbus 1, 8, N, 2
9600 bps
9600 bps
9600 bps
9600 bps
ON
ON
ON
ON
1
2 3 4
5 6 7 8
1
2 3 4
Belangrijk: het verdient aanbeveling een elektrische weerstand van 120 Ω te plaatsen tussen connectoren TX+ en TX- van de μPC
Important: It is recommended to insert an electrical resistance of 120Ω, between connectors TX+ and TX- of the μPC MEDIUM output
MEDIUM-uitgang (connector J10) en op de laatste component op het RS485-netwerk, om potentiële communicatieproblemen te voorkomen.
(connector J10) and on the final component of the RS485 network, to avoid potential problems of communication.
Connector J15 (digitale uitgangen)
Aan/uit regeling van de componenten:
NO8: Compressor 1 van circuit 2 (units met 2 circuits)
NO9: Cyclusomkeerklep circuit 2 (units met 2 circuits)
NO10: Laag toeren buitenventilator circuit 2 (optie ventilator met
2 toeren)
NO11: Compressor 2 van circuit 1
NO12: Compressor 2 van circuit 2 (units met 2 circuits) of
condenspomp (optie in eenheden met 1 circuit))
Connector J16 (digitale ingangen)
Beveiligingen en storingsindicatie:
DI8: Antivriesbeveiliging voor de warmwaterbatterij
DI9: Hogedruk pressostaat circuit 2 (units met 2 circuits)
DI10: Compressor en buitenventilatorbeveiliging circuit 2 (units
met 2 circuits) of niveauvlotter van de condenspomp (optie
in eenheden met 1 circuit)
Connector J17
Elektronisch expansieventiel circuit 2 (units met 2 circuits)
Connector J18 (analoge ingangen)
Temperatuur-, druk- en vochtigheidssensoren:
B8:
Aanzuigtemperatuursensor circuit 1
B9:
Aanzuigtemperatuursensor circuit 2 (units met 2 circuits) of
sensor externe batterij (optie in eenheden met 1 circuit)
B10: Luchtkwaliteitssensor of verschilluchtdruksensor (opties)
B11: Lagedruksensor circuit 2 (units met 2 circuits)
B12: Hogedruksensor circuit 2 (units met 2 circuits)
Temp. or
Temp. of
RH+Temp.
RV+temp.
probe
sensor
No.3
+(G)
M(G0)
+(G)
Omgevingssensor nr.3:
Omgevingssensor nr.4:
Ambient probe No.3:
Ambient probe No.4:
Adres: 30
Adres: 31
Address: 130
Address: 131
Modbus 1, 8, N, 2
Modbus 1, 8, N, 2
Modbus 1, 8, N, 2
Modbus 1, 8, N, 2
9600 bps
9600 bps
9600 bps
9600 bps
ON
ON
5 6 7 8
1
2 3 4
5 6 7 8
Temp. of
Temp. or
Mengsensor
Mixing probe
RH+Temp.
(calculation
RV+temp.
(berekening van
sensor
probe
of capacities)
vermogens)
No.4
M(G0)
+(G)
+(G)
M(G0)
Meng-enthalpiesensor:
Mixing enthalpic probe:
Adres: 132
Address: 132
Modbus 1, 8, N, 2
Modbus 1, 8, N, 2
9600 bps
9600 bps
ON
ON
ON
ON
1
2 3 4
5 6 7 8
1
2 3 4
5 6 7 8
Toevoersensor
Supply probe
(calculation
(berekening van
of capacities)
vermogens)
+(G)
M(G0)
Toevoer-enthalpiesensor:
Supply enthalpic probe:
Adres: 133
Address: 133
Modbus 1, 8, N, 2
Modbus 1, 8, N, 2
9600 bps
9600 bps
ON
ON
1
2 3 4
5 6 7 8
41