Samenvatting van Inhoud voor Carrier 50FF/FC 020-280
Pagina 1
G E B R U I K E R S H A N D L E I D I N G Elektronische regeling “50FC” 50FF/FC 020-280 Vertaling van het originele document 80307, 12.2021...
1 - ALGEMENE BESCHRIJVING ● Pressostaat voor verzadigd fi lter. De "50FC"-regeling is een elektronische module met microprocessor ontworpen voor de regeling en het beheer van ● Rookdetectiestation. lucht-lucht eenheden (met name dakmodellen). ● Koudemiddel lekzoeker. Deze regeling bestaat uit een regelcircuit, sensoren, een grafi sche ●...
1 - ALGEMENE BESCHRIJVING 1.4. Sensoren Eenheid met 1 circuit Een tweede sensor kan worden aangesloten op de pCOe-uitbreidingskaart met adres 9 om de regeling van de luchtkwaliteit te verbeteren. Buitentemperatuursensor Outdoor temperature probe Buitenventilator Outdoor fan Opmerking: wanneer de eenheid is geïntegreerd in een pLAN-netwerk, kan deze de waarde van de CO lezen die wordt gemeten door de sensor(en) van de master unit.
1 - ALGEMENE BESCHRIJVING 1.7. SMALL-kaarten (optie) Supervisieoplossingen Verschillende supervisieoplossingen zijn beschikbaar gebaseerd Voor het aansturen van bepaalde optionele elementen, heeft op de omvang van de installatie voor units uitgerust met Ethernet de regeling een SMALL-kaart nodig, aangesloten in serie op de pCO Web en RS485 Carel-/Modbus-kaarten: veldbus.
1 - ALGEMENE BESCHRIJVING 1.9. Communicatie in een pLAN-netwerk Functionaliteit Standaard is de elektronische regeling geconfi gureerd voor een standalone unit, maar het is mogelijk deze in een pLAN-netwerk Belangrijk: voor het gebruik van de volgende functionaliteiten is (Local Area Network) op te nemen als master, slave of back-up. het noodzakelijk één unit in de “Selectie software”...
2 - GEBRUIKERSINTERFACES 2.1. Grafi sche terminal (standaard) Kenmerken Toetsen en combinaties (beknopte handleiding) ● LCD FSTN display (132 x 64 pixel), achtergrondverlichting Verklaring Functie blauw. ● Het scherm geeft uitleg van de regeling in eenvoudig begrijpelijk Alarm Er is een alarm(en) aanwezig als de toets rood Engels.
2 - GEBRUIKERSINTERFACES 2.2. Bedieningsterminal (optioneel) Kenmerken Toetsen en combinaties (beknopte handleiding) ● LC-display, blauwe achtergrondverlichting. Verklaring Functie ● Ingebouwde temperatuursensor. ● Klok en schemaprogrammering. Bedrijfstype Kiezen van de gebruiksmodus: VERWARMEN, KOELEN, AUTO of VENTILATIE (alleen indien selectie via paneel is geactiveerd) Afmetingen: Ventilator Maakt keuze uit 3 verschillende debieten...
2 - GEBRUIKERSINTERFACES 2.3. Aanraakpaneel (optional) Dit paneel kan in de elektrische kast worden geïnstalleerd in plaats van in de grafi sche terminal. Kenmerken ● Het aanraakscherm maakt de interactie tussen de gebruiker en het apparaat veel eenvoudiger door de navigatie tussen de verschillende schermen te vereenvoudigen.
Pagina 10
2 - GEBRUIKERSINTERFACES ● Toegangsniveaus (Access levels) ● Curven (Curves) Er zijn 3 toegangsniveaus geconfi gureerd voor toegang tot de Het aanraakpaneel kan de curven van de volgende temperaturen parameterschermen: niveau 1 (geen wachtwoord), niveau 2 weergeven: Retourtemperatuur, toevoertemperatuur, nieuwe (met wachtwoord) en niveau 3 (met wachtwoord).
3 - GRAFISCHE TERMINAL MENUSTRUCTUUR Main menu Toegangsniveau Manufacturer menu GENUIT Niveau 1 a.Unit Config. HCCONFIG Niveau 1 b.Defrost Config. SETPOINT Niveau 1 c. Compressor Config. GASCONFIG Niveau 1 d. Regulation Config. INPUTS/OUTPUTS Niveau 1 e.Safety Config. MODES Niveau 1 f.
4 - INFORMATIE OVER DE STATUS VAN DE UNIT Beginscherm Off uitgeschakeld. Remote Off indien ingeschakeld voor stoppen op afstand. Wanneer de Grafi sche terminal wordt ingeschakeld, toont het scherm hieronder deze informatie: phase wanneer de unit wordt gestopt via de schemaprogrammering.
5 - STARTEN STOPPEN VAN DE UNIT Er zijn verschillende procedures voor starten/stoppen van de unit Opmerking: zie de verschillende typen schema's in het hoofdstuk (On/Off ): “Schemaprogrammering”. • Via toetsenbord (van de terminal): “On/Off by time phase” kan alleen worden uitgevoerd wanneer de optie “On”...
6 - SETPOINTS INSTELLEN De regeling van de omgevingstemperatuur wordt uitgevoerd door VW Setpoint van de aanvullende warmwaterbatterij in opstarten van de unit: compressoren en/of back-upcomponent VERWARMINGS-modus (elektrische batterij, waterbatterij, enz.). Actuele instelling van het setpoint voor de aanvullende batterij Daarvoor vergelijkt de regelaar de gemeten temperatuur van FV Setpoint voor vrije koeling in KOEL-modus de omgevingstemperatuursensor (of de aanzuigsensor) met de...
7 - SELECTIE VAN DE GEBRUIKSMODUS Er zijn verschillende procedures voor de keuze van de * Via binnentemperatuur: de eenheid verandert van bedrijf in KOELmodus naar VERWARMINGSmodus of gebruiksmodus: omgekeerd afhankelijk van de gemeten temperatuur door • Op de Grafi sche terminal: de omgevings- (of aanzuig-) luchtsensor en de actieve setpoints voor KOELEN en VERWARMEN Vanuit het MAIN MENU, in groep B.
7 - SELECTIE VAN DE GEBRUIKSMODUS 7.1. KOELEN gebruiksmodus (zomer) 7.2. VERWARMEN gebruiksmodus (winter) De regelaar vergelijkt de gemeten temperatuur van de omgevings- De regelaar vergelijkt de gemeten temperatuur van de omgevings- (of aanzuig-) luchtsensor met de waarde die is ingesteld voor het (of aanzuig-) luchtsensor met de waarde die is ingesteld voor het KOELEN-setpoint en met de waarde van het regelbereik.
8 - SCHEMAPROGRAMMERING 8.1. Schemaprogrammering: Grafi sche terminal • Schedule only setpoint change: twee regeltemperatuursetpoints De Grafische terminal bevat een tijdprogramma met de worden ingesteld op scherm PH07 (summer) en op scherm PH08 mogelijkheid voor 3 verschillende programma's. Hiermee kan (winter): één, gedurende de programmavensters (Indoor set.) voor elke dag van de week één van deze 3 programma's worden en de ander voor buiten het programma (Outdoor set.).
Pagina 18
8 - SCHEMAPROGRAMMERING Drie regelsetpoints worden ingesteld in scherm PH14 (zomer) PH10 en scherm PH15 (winter): Schedule with ON * Set.CONFORT: standaard setpoint van de unit. by limit SP (winter) Indoor set. 21.0ßC * Set.ECONOMY: setpoint op meer afstand tot het comfortpunt, Limit set.
8 - SCHEMAPROGRAMMERING Dagschema 8.2. Schemaprogrammering: Bedienterminal Er kunnen drie verschillende dagschema's worden ingesteld via de M e t i n g e s c h a k e l d e B e d i e n t e r m i n a l ( o p t i e ) , k a n d e PH04, PH05 en PH06 schermen, elk met een maximum van drie schemaprogrammering met deze terminal worden uitgevoerd.
Pagina 20
8 - SCHEMAPROGRAMMERING Indien door moet worden gegaan met de schemaprogrammering, Het is noodzakelijk minimaal twee tijdvensters per dag te defi niëren, moet worden ingedrukt met de terminal in het initiële omdat alleen de begintijd is ingesteld voor elk venster en niet de programmeerdisplay (TIME BAND).
9 - WEERGAVE VAN DE STATUS INGANGEN/UITGANGEN Alle variabelen die worden geregeld door het systeem worden ● Digit.e uitgangsstatus: schermen I09, I09a, I09b, I10, getoond in deze groep schermen, inclusief de status van I11 (moederbord), scherm I10b (uitbreidingskaart adr.9). Digit.e ingangen, de Digit.e uitgangen, de analoge uitgangen, het moederbord en de geïnstalleerde uitbreidingskaarten.
11 - VEILIGHEIDSFUNCTIES 11.1. Ontdooifunctie niet eerder uitgeschakeld dan dat de druk afneemt tot onder Wanneer de unit werkt in de VERWARMINGSmodus, wordt het 26 bar, de gemeten temperatuur aan de voeler hoger is dan ontdooien van de externe batterij uitgevoerd door cyclusomkering 5 °C of een maximale inschakeltijd is verlopen.
11 - VEILIGHEIDSFUNCTIES 11.3. Hoge toevoertemperatuur beveiliging waarschuwing op de sensor ontstaat, dit geen alarm wordt. Na deze tijdsperiode wordt de BEVEILIGINGSMODUS geactiveerd. In units met optionele elektrische batterijen of gasbrander ● De parameter “%LFL AL” (standaard, 50%) maakt instelling zal, wanneer de toevoertemperatuur hoger wordt dan 55 °C, van het percentage van de LFL mogelijk vanaf welke zal deze beveiliging de unit stoppen en pas weer activeren als...
11 - VEILIGHEIDSFUNCTIES 11.8. Hoge of lage binnentemperatuur Deze informatie is uiterst belangrijk bij het uitvoeren van de beveiliging onderhoudswerkzaamheden op de lekdetector: ● Jaarlijkse test: om te voldoen aan de voorschriften van de EN378 De regelaar meldt een alarmevent wanneer de binnentemperatuur en F GAS is het noodzakelijk de detector elk jaar te testen.
12 - ALARMEN 12.1. Alarmdisplay Op de Grafi sche terminal: Op de Bedienterminal (optie): Als het pictogram verschijnt op het display van de Bedienterminal, Er is een alarm(en) aanwezig als de toets rood oplicht. is er een actief alarm(en) aanwezig. Door de toets eenmaal in te drukken, wordt de beschrijving van Naast de weergave van de omgevings- het eerste alarm getoond.
12 - ALARMEN 12.3. Alarmlijst Alarm Unit Stoppen Reset Timing Actie Alarmniveau grafi sche gebruikers Adr. uitschakelen betreff ende type (**) terminal -terminal circuit Thermische beveiliging van compressoren 1 (2 met en buitenventilator(en) van circuit 1 of Auto (*) Stoppen van circuit 1 of terugwincircuit handbediende AL01 terugwincircuit...
Pagina 27
12 - ALARMEN Alarm Unit Stoppen Reset Timing Actie Alarmniveau grafi sche gebruikers Adr. uitschakelen betreff ende type (**) terminal -terminal circuit Ja, 10 s Alleen indicatie / Stop zone 1 RS485 sensor nr. 1 geen communicatie Auto AL30b AL3002 (luchtdebiet zoneverdeling) Ja, 10 s Alleen indicatie / Stop zone 1...
12 - ALARMEN Alarm Unit Stoppen Reset type Timing Actie Alarmniveau grafi sche gebruikers Adr. uitschakelen betreff ende (**) terminal -terminal circuit S e r i e u s a l a r m , d e p o m p Sensor wateruittredetemperatuur op de Ja, alle w o r d t i n g e s c h a k e l d e n d e...
13 - LIJST PARAMETERS MET “TOEGANGSNIVEAU 1” Belangrijk: alle parameters binnen niveau “1” zijn voor de eindgebruiker zichtbaar zonder wachtwoord. Parameters met toegangsniveau “2” en “3” zijn met wachtwoord beveiligd en kunnen worden gevonden in de volledige handleiding van de "50FC"-regelaar. Parameters van “Unit On/Off...
Pagina 30
13 - LIJST PARAMETERS MET “TOEGANGSNIVEAU 1” Parameters van “Burner/Boiler” GASCONFIG Add. Scherm Parameter Beschrijving van de parameter Waarde Min. Max. UOM Type R/W Regeling van de gasbrander of gasverwarmingsketel: 0 = brander/verwarmingsketel als 2e trap; CONTROL_QUEMADOR_GAS Integ. R/W 2 1 = alleen brander/verwarmingsketel 2 = alleen brander/verwarmingsketel met lage buitentemperatuur Setpoint van buitentemperatuur waaronder de brander/verwarmingsketel wordt...
Pagina 31
13 - LIJST PARAMETERS MET “TOEGANGSNIVEAU 1” Parameters van “Input/Output” (...continuation) INPUTS/OUTPUTS Add. Scherm Parameter Beschrijving van de parameter Waarde Min. Max. UOM Type R/W I06a MOD_EVO_ONBOARD_SPEC_2.A5_SH_SUCT_TEMP Aanzuigtemperatuur aan klep circuit 1 -76.0 392.0 °C/°F Anal. R/W MOD_EVO_ONBOARD_SPEC_2.I4_EEV_POSITION_ Klepstand voor circuit 1 9999 steps Integ.
Pagina 32
13 - LIJST PARAMETERS MET “TOEGANGSNIVEAU 1” Parameters van “Input/Output” (...continuation) INPUTS/OUTPUTS Add. Scherm Parameter Beschrijving van de parameter Waarde Min. Max. UOM Type R/W Status van digitale ingang 4: thermische beveiliging van compressoren en DIN04_TC1_VIRT Digit. R/W buitenventilatoren van circuit 1 DIN05_TS_VIRT Status van digitale ingang 5: beveiliging van el.
Pagina 33
13 - LIJST PARAMETERS MET “TOEGANGSNIVEAU 1” Parameters van “Input/Output” (...continuation) INPUTS/OUTPUTS Add. Scherm Parameter Beschrijving van de parameter Waarde Min. Max. UOM Type R/W MOD_MB_UPC_ZONIFICA_CIAT_1. I09zn Status toevoerklep in zone 4 (zoneverdeling luchtdebiet) Digit. W APERTURA_COMPUERTA_IMP_ZONA4 MOD_MB_UPC_ZONIFICA_CIAT_1. I09zn Status van uitgang nr. 5 van SMALL kaart (adr.11) Digit.
Pagina 34
13 - LIJST PARAMETERS MET “TOEGANGSNIVEAU 1” Parameters van “Input/Output” (...continuation) INPUTS/OUTPUTS Add. Scherm Parameter Beschrijving van de parameter Waarde Min. Max. UOM Type R/W MOD_MB_ENERGY_METERS_ Uitlezing van de energiemeter: fasevermogen L2 999.9 kW Anal. R CIAT_1.Power_2_L_SPV MOD_MB_ENERGY_METERS_ Uitlezing van de energiemeter: fasevermogen L3 999.9 kW Anal.
Pagina 35
13 - LIJST PARAMETERS MET “TOEGANGSNIVEAU 1” Parameters van “Unit Status” (...continuation) MODES Add. Scherm Parameter Beschrijving van de parameter Waarde Min. Max. UOM Type R/W TEMP_INT Binnentemperatuur voor regelen van de unit -99.9 0.0 °C Anal. R TEMP_EXT Temperatuur van buitenlucht -99.9 0.0 °C Anal.
Pagina 36
13 - LIJST PARAMETERS MET “TOEGANGSNIVEAU 1” Parameters van “Passwords” PASSWORDS Add. Scherm Parameter Beschrijving van de parameter Waarde Min. Max. UOM Type R/W NA01 ACTUAL_ACCES_LEVEL Actueel toegangsniveau Integ. R NA01 NOT_PASS_ACCESS_LEVEL_1 Zonder toegang tot niveau 1 Digit. R/W NA01 MASK_ACCES_LEVEL_1 Toegang tot niveau 1 Digit.
Pagina 37
13 - LIJST PARAMETERS MET “TOEGANGSNIVEAU 1” Parameters van “Schedule” (...continuation) SCHEDULE Add. Scherm Parameter Beschrijving van de parameter Waarde Min. Max. UOM Type PH04 H_ARR_1C Start uur tijdvenster 3 - programma 1 Integ. R/W 82 PH04 M_ARR_1C Start minuut tijdvenster 3 - programma 1 Integ.
Pagina 38
13 - LIJST PARAMETERS MET “TOEGANGSNIVEAU 1” Parameters van “Schedule” (...continuation) SCHEDULE Add. Scherm Parameter Beschrijving van de parameter Waarde Min. Max. UOM Type R/W PH13 MOD_SCHED_GRAPH_CARRIER_1.Loaded Laden FH gegevens Digit. R PH13 MOD_SCHED_GRAPH_CARRIER_1.Fh_00_00 Schema 00:00 Set_Limit --- Integ. R/W PH13 MOD_SCHED_GRAPH_CARRIER_1.Fh_00_30 Schema 00:30 Set_Limit ---...
Pagina 39
13 - LIJST PARAMETERS MET “TOEGANGSNIVEAU 1” Parameters van “Schedule” (...continuation) SCHEDULE Add. Scherm Parameter Beschrijving van de parameter Waarde Min. Max. UOM Type R/W PH16 ThTune_clock_hours Weergave van gegevens van de Bedienterminal: uur Integ. R PH16 ThTune_clock_minutes Weergave van gegevens van de Bedienterminal: minuut Integ.
14 - AANSLUITINGEN 14.3. Aansluiting van klemmen op de regelkaart Aansluiting van de Grafi sche terminal (standaard) Aansluiting van Bedienterminal (optie) De terminal kan worden geïnstalleerd op de RS485-veldbus op De terminal kan worden geïnstalleerd op een maximale afstand een maximale afstand van 100 meter van de regelkaart. van 500 meter van de microPC-regelkaart.
14 - AANSLUITINGEN 14.4. Aansluiting van pCOe-uitbreidingskaarten op de regelkaart (optie) Adres 8 Adres 9 "50FC" Vectic pCOe-kaart met adres 8 Analoge ingangen Afstand KOELEN / VERWARMEN Warmwaterbatterij Ventilatiemodus met 100% verse lucht antivriesbeveiliging of HWC antifreeze prot. Voedingsspanning confi gureerbare uitgang Power supply or configurable output T-sensor op de inlaat warmwaterbatterij met...
14 - AANSLUITINGEN 14.5. Aansluiting van de SMALL-kaart met adres 4 voor regeling van het terugwincircuit (optie) Voedingsspanning J1 - power supply 230 VAC 230 Vac RX-/TX- +Vdc +VDC RX+/TX+ J2 - probe Sensor voedingsspanning power supply +5 Vref +5 Vref SMALL SMALL Afscherming...
14 - AANSLUITINGEN 14.6. Aansluiting van de SMALL-kaart met adres 11 voor zoneregeling van het luchtdebiet (optie) Voedingsspanning 230 VAC J1 - power supply 230 Vac RX-/TX- +VDC +Vdc RX+/TX+ Sensor J2 - probe voedingsspanning +5 Vref power supply +5 Vref SMALL Retourtemp.sensor SMALL...
15 - TECHNISCHE EN ELEKTRISCHE GEGEVENS Hoofd CPU-kaart geïnstalleerd in de elektrische schakelkast van de unit, waarmee dat kan worden ontvangen, verwerkt kan worden door de microprocessor en het bedrijf van de unit kan worden geregeld. Het programma en de parameters worden opgeslagen en een permanent geheugen en daar blijven deze bewaard ook in geval van een voedingsspanningsuitval (zonder noodzaak voor een aanvullende batterij).
Pagina 47
15 - TECHNISCHE EN ELEKTRISCHE GEGEVENS pCOe uitbreidingsmodules ALGEMENE KARAKTERISTIEKEN VOORWAARDEN VOOR DE OPSLAG -40-70 ºC; %RV 90 niet-condenserend Bedrijfscondities -20-70 ºC; %RV 90 niet-condenserend Beschermingsgraad IP40 alleen frontpaneel Vervuilingsgraad Classifi catie conform de beveiliging tegen elektrische schokken Voor opname in toestellen klasse I en/of II Periode van elektrische stress over de isolatiedelen Lang Type relaisactie...
Pagina 48
15 - TECHNISCHE EN ELEKTRISCHE GEGEVENS ALGEMENE KARAKTERISTIEKEN Beschermingsgraad IP65 voor montage in paneel/IP40 voor wandmontage Type 1 Bedrijfscondities -20-60 ºC; 90% RV niet-condenserend Voorwaarden voor de opslag -20-70 ºC; 90% RV niet-condenserend Softwareklasse en -structuur Classifi catie conform de beveiliging tegen elektrische schokken Voor opname in toestellen klasse I en/of II PTI van het isolatiemateriaal 250 V...
15 - TECHNISCHE EN ELEKTRISCHE GEGEVENS 15.1. Buitenluchtsensor Wandversie (DPW) ● Zet de schroef op de beugel vast. Beschermingsgraad behuizing IP30 Beschermingsgraad sensor IP30 Samenbouw en instelinstructies ● Deze sensor moet worden bevestigd op het paneel of de wand van de ruimte die moet worden behandeld, op circa 1,5 meter hoogte.
15 - TECHNISCHE EN ELEKTRISCHE GEGEVENS ● Sluit de sensor door het deksel rechtsom te draaien(fi g. 4). Kanaalmontage Deze uitvoering kan op het luchtkanaal worden gemonteerd op deze twee manieren: ±0.3 ±0.11 3.54 “ Ø > 13mm Ø > 0.51“ (fi...
16 - PROBLEMEN OPLOSSEN ● De unit schakelt niet in (de voedings-LED op de hoofdprint is - De ingestelde eindwaarde zoals ingesteld door de software uitgeschakeld). overeenkomt met hetgeen gebruikt door de sensor. Controleer: Door met een voltmeter de spanning tussen de Bn en GND klemmen te meten, wordt een indicatie van het actuele 1.
Pagina 52
Controleer de geldigheid van het certifi caat: www.eurovent-certifi cation.com Bestelnr: 10307 12.2021. Vervangt Bestelnr.: 12.2020. Vervaardigd voor Carrier in Spanje De fabrikant behoudt zich het recht voor om productspecifi caties zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen Gedrukt in de Europese Unie...