wanneer de VLT-frequentie-omvormer een stopsignaal
heeft ontvangen en op de koppellimiet is.
Rem, geen waarschuwing, de rem is actief en
er zijn geen waarschuwingen.
Rem gereed, geen fout, de rem is klaar voor
bedrijf en er zijn geen fouten.
Remfout, de uitgang is logische '1' wanneer de IGBT
van de rem kortsluiting heeft gemaakt. Deze functie
wordt gebruikt om de VLT-frequentie-omvormer te
beschermen indien er een fout is in de remmodulen.
Om mogelijke brand in de remweerstand te
voorkomen, kan de uitgang/het relais gebruikt
worden om de voedingsspanning van de
VLT-frequentie-omvormer uit te schakelen.
Relais 123, indien Fieldbus-profiel [0] is geselecteerd in
parameter 512, is het relais geactiveerd. Indien OFF1,
OFF2 of OFF3 (bit in het stuurwoord) logische '1' is.
Mechanische rembesturing, maakt het mogelijk
een externe mechanische rem te bedienen (zie
de beschrijving in hoofdstuk7.
Stuurwoordbits 11/12, relais gestuurd via bits 11/12
in seriële stuurwoord. Bit 11 heeft betrekking op
relais 01 en bit 12 op relais 04. Indien parameter
514 Bus onderbrekingsfunctie actief is, zullen de
relais 01 en 04 spanningsloos zijn.
Zie het gedeelte over seriële communicatie
in de Design Guide.
Veiligheidsvergrendeling, de uitgang is actief wanneer
Veiligheidsvergrendeling is geselecteerd op een
ingang en de ingang een logische "1" is.
Þ
0-100 Hz
0-20 mA en
Þ
0-100 Hz
4-20 mA en
Þ
0-100 Hz
0-32000 p, een analoog uitgangssignaal
dat in proportie staat tot de uitgangsfrequentie
in het interval 0-100 Hz.
Þ
0-f
0-20 mA en
MAX
Þ
0-f
4-20 mA en
MAX
Þ
0-f
0-32000 p, een uitgangssignaal dat in
MAX
proportie staat tot het uitgangsfrequentiebereik in
het interval 0 - f
(parameter 202).
MAX
Þ
Ref
- Ref
0-20 mA en
MIN
MAX
Þ
Ref
- Ref
4-20 mA en
MIN
MAX
Þ
Ref
- Ref
0-32000 p, er wordt een
MIN
MAX
uitgangssignaal verkregen dat in proportie staat
tot de referentiewaarde in het interval Ref
Ref
(parameters 204/205).
MAX
Þ
B
-FB
0-20 mA en
MIN
MAX
= fabrieksinstelling. () = display-tekst [] = waarde die gebruikt wordt voor communicatie via de seriële communicatiepoort.
142
®
VLT
FB
-FB
MIN
FB
-FB
MIN
uitgangssignaal verkregen dat in proportie staat
tot de terugkoppelingswaarde in het interval FB
-FB
(parameters 414/415).
MAX
0 - I
VLT, MAX
0 - I
VLT, MAX
0 - I
VLT, MAX
verkregen dat in proportie staat tot de uitgangsstroom
in het interval 0 - I
instellingen in parameter 101 en 103 en kan worden
afgelezen uit de Technische gegevens (I
0 - M
LIM
0 - M
LIM
0 - M
LIM
verkregen dat in proportie staat tot het uitgangskoppel
in het interval 0 - T
mA komt overeen met de waarde die is
ingesteld in parameter 221.
0 - M
NOM
0 - M
NOM
0 - M
NOM
dat in proportie staat tot het uitgangskoppel
van de motor. 20 mA komt overeen met het
nominale koppel voor de motor.
0 - P
NOM
0 - P
NOM
0 - P
NOM
p, er wordt een uitgangssignaal verkregen dat in
proportie staat tot het nominale uitgangsvermogen
van de motor. 20 mA komt overeen met de waarde
die is ingesteld in parameter 102.
0 - SyncRPM
0 - SyncRPM
0 - SyncRPM
uitgangssignaal verkregen dat in proportie staat
tot het synchrone motortoerental.
0 - RPM bij F
0 - RPM bij F
0 - RPM bij F
uitgangssignaal verkregen dat in proportie staat tot het
synchrone motortoerental bij F
-
MIN
MG.51.A3.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Serie 5000
Þ
4-20 mA en
MAX
Þ
0-32000 p, er wordt een
MAX
Þ
0-20 mA of
Þ
4-20 mA en
Þ
0-32000 p, er wordt een uitgangssignaal
. I
VLT,MAX
VLT,MAX
Þ
0-20 mA en
Þ
4-20 mA en
Þ
0-32000 p, er wordt een uitgangsvermogen
(parameter 221). 20
LIM
Þ
0-20 mA en
Þ
4-20 mA en
Þ
0-32000 p, een uitgangssignaal
Þ
0-20 mA en
Þ
4-20 mA en
Þ
0-32000 p, 0 - P
NOM
Þ
0-20 mA en
Þ
4-20 mA en
Þ
0-32000 p, er wordt een
Þ
0-20 mA en
MAX
Þ
4-20 mA en
MAX
Þ
0-32000 p, er wordt een
MAX
MAX
MIN
is afhankelijk van de
(60 s)).
VLT,MAX
Þ
0-32000
(parameter 202).