211 Jog ramp-tijd (JOG RAMP TIME)
Waarde:
0.05 - 3600 sec.
Functie:
De jog ramp-tijd is de tijd die nodig is om te
versnellen/vertragen van 0 Hz tot de nominale
motorfrequentie f
(parameter 104). Er wordt
M,N
aangenomen dat de uitgangsstroom niet hoger is dan
de koppelbegrenzing (ingesteld in parameter 221).
De jog ramp-tijd start wanneer er via het
bedieningspaneel, de digitale ingangen of de seriële
communicatiepoort een jog-signaal wordt gegeven.
Beschrijving van de keuze:
Stel de gewenste ramp-tijd in.
212 Snelle stop uitlooptijd
(Q STOP RAMP TIME)
Waarde:
0.05 - 3600 sec.
Functie:
De uitlooptijd (ramp down) is de tijd die nodig is om
te vertragen van de nominale motorfrequentie naar 0
Hz, op voorwaarde dat er geen overspanning is in de
inverter vanwege genererend bedrijf van de motor, of
indien de gegenereerde stroom hoger wordt dan de
koppelbegrenzing (ingesteld in parameter 222).
De snelle stop wordt geactiveerd door middel
van een signaal op de digitale ingangsklem 27,
of via de seriële communicatiepoort.
Beschrijving van de keuze:
Programmeer de gewenste uitlooptijd.
= fabrieksinstelling. () = display-tekst [] = waarde die gebruikt wordt voor communicatie via de seriële communicatiepoort.
126
afhankelijk van het apparaat
afhankelijk van het apparaat
®
VLT
Serie 5000
213 Jog-frequentie (JOG FREQUENCY)
Waarde:
0.0 - parameter 202
Functie:
De jogfrequentie f
JOG
waarbij de VLT frequentie-omvormer functioneert
wanneer de jog-functie geactiveerd is.
Beschrijving van de keuze:
Stel de gewenste frequentie in.
214 Referentiefunctie
(REF FUNCTION)
Waarde:
Som. (SUM)
Relatief (RELATIVE)
Extern/digitaal (EXTERNAL/PRESET)
Functie:
Het is mogelijk te bepalen hoe de digitale referenties
moeten worden opgeteld bij de andere referenties.
Voor dit doel wordt Som of Relatief gebruikt.
Het is ook mogelijk - met behulp van de functie
Extern/digitaal - in te stellen of omschakeling tussen
externe referenties en digitale referenties gewenst is.
Beschrijving van de keuze:
Als Som [0] is geselecteerd, wordt een van
de aangepaste digitale referenties (parameters
215-218) opgeteld als een procentuele waarde
van de maximaal mogelijke referentie.
Als Relatief [1] is geselecteerd, wordt een van de
aangepaste digitale referenties (parameters 215-218)
bij de externe referentie opgeteld als een procentuele
waarde van de actuele referentie.
Daarnaast is het mogelijk via parameter 308 te
bepalen of de signalen op klem 54 en 60 opgeteld
moeten worden bij de som van de actieve referenties.
Als Extern/digitaal [2] is geselecteerd, is het mogelijk
via klem 16, 17, 29, 32 of 33 (parameter 300,
301, 305, 306 of 307) te schakelen tussen externe
referenties of digitale referenties. Digitale referenties
zijn een procentuele waarde van het referentiebereik.
De externe referentie is de som van de analoge
referenties, pulsen en busreferenties. Zie
ook de afbeeldingen in de sectie Hantering
van meerdere referenties.
MG.51.A3.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
10.0 Hz
is de vaste uitgangsfrequentie
[0]
[1]
[2]