Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT 5000 Bedieningshandleiding pagina 143

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT 5000:
Inhoudsopgave

Advertenties

Functie:
Met deze parameter kunt u de gewenste
optie op klem 53 kiezen.
Het schalen van het ingangssignaal wordt uitgevoerd
in de parameters 309 en 310.
Beschrijving van de keuze:
Geen bedrijf. Wordt gekozen als de
VLT-frequentie-omvormer niet mag reageren
op signalen die zijn verbonden met de klem.
Referentie. Wordt gekozen om de referentie
te kunnen veranderen door middel van een
analoog referentiesignaal.
Als andere ingangen zijn aangesloten, worden deze
opgeteld, rekening houdend met hun tekens.
Terugkoppelingssignaal. Wordt geselecteerd
als regeling via gesloten loop met een analoog
signaal moet worden gebruikt.
Koppellimiet. Wordt gebruikt als de ingestelde
koppelwaarde in parameter 221 moet worden
veranderd door middel van een analoog signaal.
Thermistor. Wordt geselecteerd als een geïntegreerde
thermistor in de motor in staat moet zijn
de VLT-frequentie-omvormer te stoppen bij een
overtemperatuur van de motor. De uitschakelwaarde is
>3 kOhm. De thermistor moet worden aangesloten op
klem 50 en de actuele geselecteerde ingang (53 of 54).
NB!:
Als de temperatuur van de motor via een
thermistor via de VLT-frequentie-omvormer
wordt gebruikt, is het volgende van belang:
Bij kortsluitingen tussen motorwikkeling en thermistor
wordt niet aan PELV voldaan. Om aan PELV te
voldoen moet de thermistor extern worden gebruikt.
Als een motor in plaats daarvan een KLIXON
thermische schakelaar heeft, kan deze ook worden
aangesloten op de ingang. Als de motoren
parallel draaien, moeten de thermistors/thermische
schakelaars in serie worden geschakeld (totale
weerstand < 3 kOhm). Parameter 128 moet worden
= fabrieksinstelling. () = display-tekst [] = waarde die gebruikt wordt voor communicatie via de seriële communicatiepoort.
136
®
VLT
Serie 5000
geprogrammeerd voor Thermistor waarschuwing
[1] of Thermistor uitschakeling [2].
Relatieve referentie wordt geselecteerd als een
relatieve aanpassing van de referentiesom is vereist.
Deze functie is alleen actief als Relatief is geselecteerd
(parameter 214). De relatieve referentie op klem
54/60 is een percentage van het hele bereik van
de desbetreffende klem. Dit wordt opgeteld bij
de som van de overige referenties. Als diverse
relatieve referenties zijn geselecteerd (digitale
referentie 215-218, 311 en 314), worden deze
eerst opgeteld, waarna deze som wordt opgeteld
bij de som van de actieve referenties.
NB!:
Als Referentie of Terugkoppelingssignaal is
geselecteerd op meerdere klemmen, worden
deze signalen met tekens opgeteld.
Max. koppelfrequentie. Dit wordt alleen gebruikt
in Koppelregeling, open loop (parameter 100) voor
het begrenzen van de uitgangsfrequentie. Wordt
geselecteerd als de max. uitgangsfrequentie moet
worden geregeld via een analoog ingangssignaal. Het
frequentiebereik gaat van Uitgangsfrequentie, lage
begrenzing (parameter 201) tot Uitgangsfrequentie,
hoge begrenzing (parameter 202).
309 Klem 53, min. schaling
(AI 53 SCALE LOW)
Waarde:
0,0 - 10,0 V
Functie:
In deze parameter wordt de signaalwaarde ingesteld
die overeenkomt met de maximale referentiewaarde
die is ingesteld in parameter 204.
Beschrijving van de keuze:
Stel de gewenste spanningswaarde in.
Zie ook de sectie Hantering van enkele referenties.
310 Klem 53, max. schaling
(AI 53 SCALE HIGH)
Waarde:
0,0 - 10,0 V
Functie:
In deze parameter wordt de signaalwaarde ingesteld
die overeenkomt met de maximale referentiewaarde
die is ingesteld in parameter 205.
MG.51.A3.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
0,0 V
10,0 V

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave