228 Waarschuwing: Hoge terugkoppeling
(WARN. FEEDB HIGH)
Waarde:
parameter 227 - 100,000.000
Functie:
Indien het aangesloten terugkoppelingssignaal hoger
wordt dan de in deze parameter geprogrammeerd
waarde, kunnen de signaaluitgangen geprogrammeerd
worden voor het overbrengen van een statussignaal
via klem 42 of 45 en via relaisuitgang 01 of 04
(parameter 319, 321, 323 of 326).
Beschrijving van de keuze:
Stel de gewenste waarde in.
229 Frequentie bypass, bandbreedte
(FREQ BYPASS B.W.)
Waarde:
0 (OFF) - 100%
Functie:
Bij sommige systemen dienen bepaalde
uitgangsfrequenties te worden vermeden, om
problemen met resonantie in het systeem
te voorkomen.
In de parameters 230-233 kan men de bypass van
deze uitgangsfrequenties programmeren (Frequentie
bypass). In deze parameter (229), kan aan iedere
kant van deze frequentie bypasses een bandbreedte
gedefinieerd worden.De frequentie-bypassfunctie is
niet actief indien par. 002 is ingesteld op Local en par.
013 op LCP ctrl/Open loop of LCP+dig ctrl/Open loop.
Beschrijving van de keuze:
De bypass-bandbreedte wordt ingesteld als een
percentage van de bypass-frequentie die geselecteerd
wordt in parameter 230-233.
De bypass-bandbreedte geeft de max. variatie
van de bypass-frequentie aan.
Voorbeeld: er worden een bypass-frequentie van 100
Hz en een bypass-bandbreedte van 1% geselecteerd.
In dit geval kan de bypass-frequentie variëren tussen
99,5 Hz en 100,5 Hz, dat wil zeggen, 1% van 100 Hz.
= fabrieksinstelling. () = display-tekst [] = waarde die gebruikt wordt voor communicatie via de seriële communicatiepoort.
130
®
VLT
230 Frequentie bypass 1 (FREQ. BYPASS 1)
231 Frequentie bypass 2 (FREQ. BYPASS 2)
232 Frequentie bypass 3 (FREQ. BYPASS 3)
4000.000
233 Frequentie bypass 4 (FREQ. BYPASS 4)
Waarde:
0.0 - parameter 200
Functie:
Bij sommige systemen dienen bepaalde
uitgangsfrequenties te worden vermeden, om
problemen met resonantie in het systeem
te voorkomen.
Beschrijving van de keuze:
Voer de frequenties in die vermeden moeten worden.
Zie ook parameter 229.
234 Motorfasebewaking
(MOTOR PHASE MON)
0 (OFF) %
Waarde:
Enable (ENABLE)
Disable (DISABLE)
Functie:
Met deze parameter kan men de bewaking
van de motorfasen instellen.
Beschrijving van de keuze:
Indien Enable wordt geselecteerd, reageert de
frequentie-omvormer op een ontbrekende motorfase
en gaat alarm 30, 31 of 32 af.
Indien Disable wordt geselecteerd, wordt er geen
alarmsignaal gegeven indien er een motorfase
ontbreekt. Als de motor met slechts twee fasen
loopt, kan deze worden beschadigd of oververhit
raken. Het verdient daarom aanbeveling de
functie voor het signaleren van een ontbrekende
motorfase op ENABLED in te stellen.
MG.51.A3.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Serie 5000
0.0 Hz
[0]
[1]