.
DE MACHINE KANTELT IN
DEZE RICHTING ALS HIJ
OP EEN HELLENDE
ONDERGROND WORDT
GEBRUIKT
Figuur 4-2. Stand met de minste achterwaartse stabiliteit
3122361
PLATFORM
90 GRADEN
DRAAIEN
BOVENGIEK
GEHEEL
GEHEVEN
MIDDENGIEK
GEHEEL
GEHEVEN
ONDERGIEK
GEHEEL
GEHEVEN
– JLG Hoogwerker –
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING
4.4
RIJDEN
RIJD ALLEEN MET DE GIEK BOVEN DE HORIZONTALE STAND OP EEN
VLAKKE, STEVIGE EN HORIZONTALE ONDERGROND.
OM DE MACHT OVER DE MACHINE NIET TE VERLIEZEN EN TE VOOR-
KOMEN DAT DEZE OMKANTELT, MAG DE MACHINE NIET OP HELLIN-
GEN RIJDEN DIE STEILER ZIJN DAN OP HET SERIENUMMERPLAATJE
OF IN DE BEDIENINGSHANDLEIDING IS AANGEGEVEN.
RIJD NIET DWARS OP HELLINGEN DIE STEILER ZIJN DAN 5 GRADEN.
WEES UITERST VOORZICHTIG WANNEER U ACHTERUIT RIJDT EN
STEEDS WANNEER HET PLATFORM IS GEHEVEN.
RIJD OP HELLINGEN MET DE RIJSNELHEID/KOPPELKEUZESCHAKE-
LAAR IN DE VOORWAARTSE STAND. WEES VOORZICHTIG WANNEER U
ACHTERUIT RIJDT EN WANNEER U MET HET PLATFORM OMHOOG
RIJDT, SPECIAAL WANNEER U RIJDT TERWIJL EEN DEEL VAN DE
MACHINE ZICH BINNEN 2 M (6 FT) VAN EEN OBSTAKEL BEVINDT.
CONTROLEER VOORDAT U GAAT RIJDEN OF DE GIEK ZICH BOVEN DE
ACHTERAS BEVINDT. ALS DE GIEK ZICH BOVEN DE VOORWIELEN
BEVINDT, WERKEN DE STUUR- EN RIJHENDELS OMGEKEERD.
4-5