HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST
3. De moeren moeten stapsgewijs worden aangehaald.
Haal de moeren in de aanbevolen volgorde aan volgens
de momententabel.
Tabel 6-26. Momententabel wielmoeren
AANHAALVOLGORDE
1e fase
55 Nm
(40 lb-ft)
4. Wielmoeren moeten worden aangehaald na de eerste
50 bedrijfsuren en als er wielen verwijderd zijn geweest.
Controleer het aanhaalmoment elke 3 maanden of 150
bedrijfsuren.
6-36
2e fase
3e fase
130 Nm
255 Nm
(100 lb-ft)
(170 lb-ft)
6.5
OLIERESTEN IN DE PROPAANREGELAAR
AFTAPPEN
Tijdens normaalbedrijf kunnen er olieresten achterblijven in
de primaire en secondaire kamers van de propaandrukrege-
laar. Deze olieresten kunnen het gevolg zijn van een slechte
kwaliteit brandstof, verontreiniging in de brandstoftoevoerlei-
ding of regionale afwijkingen in de samenstelling van de
brandstof. Als de hoeveelheid achtergebleven olie aanzien-
lijk is, kan hierdoor de werking van het brandstofregelsy-
steem worden aangetast. Raadpleeg hoofdstuk 6.3,
Onderhoud door machinist, voor de onderhoudsintervallen.
Vaker aftappen kan noodzakelijk zijn als de brandstoftoevoer
verontreinigd is.
WARM VOOR HET BESTE RESULTAAT DE MOTOR OP TOT BEDRIJFS-
TEMPERATUUR EN GA DAN PAS AFTAPPEN. OP DEZE WIJZE KAN DE
OLIE VRIJ UIT DE REGELAAR STROMEN.
1. Plaats de uitrusting in een goed geventileerde ruimte.
Zorg ervoor dat er geen externe ontstekingsbronnen
aanwezig zijn.
2. Start de motor en breng deze op bedrijfstemperatuur.
3. Sluit bij draaiende motor de handbediende afsluiter van
de tank en laat de motor het brandstofrestant opmaken.
– JLG Hoogwerker –
3122361