15.23 Verbrandingsmotor
Neem de gebruiks- en
onderhoudsinstructies in de bijgevoegde
gebruiksaanwijzing van de
verbrandingsmotor in acht.
Voor een lange gebruiksduur is het van
belang de olie op peil te houden,
regelmatig de motorolie te verversen en
het luchtfilter te vervangen.
15.24 Transmissie
De transmissie is voor de gebruiker
onderhoudsvrij.
Bij inspectie van de machine door de
vakhandelaar worden noodzakelijke
onderhoudswerkzaamheden aan de
transmissie uitgevoerd.
15.25 Opslag
● Apparaat in een droge en stofarme
ruimte opslaan, buiten het bereik van
kinderen of onbevoegde personen.
● Eventuele storingen aan het apparaat
moeten in de regel vóór het opbergen
worden verholpen, zodat de machine
altijd veilig kan worden gebruikt.
● Brandstofkraan sluiten. (
● Contactsleutel uittrekken en zorgvuldig
bewaren zodat onbevoegde personen,
met name kinderen, de sleutel niet
kunnen bemachtigen.
204
15.26 Stilleggen bij langere
onderbrekingen (bijvoorbeeld
winterpauze)
● Het volledige apparaat grondig
reinigen. Vooral ook alle buitendelen
van de verbrandingsmotor en de
transmissie (vooral de koelvinnen)
zorgvuldig zuiver maken.
● Smeer alle bewegende delen goed in
met olie of vet.
● Brandstof uit de brandstoftank aftappen
en carburator ledigen (bijvoorbeeld
door leegrijden).
● Handrem aantrekken. (
● Volg de aanwijzingen voor het
stilleggen in de gebruiksaanwijzing van
de verbrandingsmotor op.
● Ververs de motorolie (zie
gebruiksaanwijzing
verbrandingsmotor). (
● Accu uitbouwen. (
● Volledig geladen accu in een koele en
droge ruimte, buiten het bereik van
kinderen, veilig opslaan.
15.27 Na langere bedrijfspauzes (b. v.
15.7)
winterpauze)
● Controleer vóór het monteren de
accuspanning. Als de spanning van de
accu lager is dan 11,5 V, de accu nog
vóór het inbouwen met een accu
oplaadapparaat volledig opladen.
(
15.21)
● Accu's inbouwen. (
● Controleer de bandenspanning op alle
wielen. (
● Brandstofkraan openen. (
8.14)
15.9)
15.19)
15.19)
15.16)
15.7)
● Brandstof bijtanken. (
● Inhoud van de motorolie controleren.
(
15.8)
16. Transport
Kans op letsel!
Lees voor het transport het
hoofdstuk "Voor uw veiligheid", in
het bijzonder de paragraaf
"Transport van de zitmaaier"
zorgvuldig door en volg de
instructies op. (
4.), (
Laadhellingen langzaam en zeer
voorzichtig oprijden en erop letten u
met de wielen niet over de zijkant
van de laadhellingen geraakt –
Gevaar op vallen!
Wijzig de snelheid of de richting
niet abrupt.
Bij transport op de openbare weg
mag het apparaat uitsluitend met
behulp van een geschikt voertuig of
een geschikte aanhanger worden
getransporteerd! Niet wegslepen!
● Voor het laden hoogste snijstand
kiezen. (
13.6)
● Bij het gebruik van een aanhangwagen
deze aan de voorzijde ondersteunen
om te voorkomen dat deze onder het
gewicht van het apparaat omhoog
klapt.
● Gebruik voor het laden een geschikte
hefvoorziening of aangepaste stabiele
laadhellingen die voldoende breed zijn.
● Laadhellingen stevig plaatsen en
bevestigen, wielstand en spoorbreedte
van de zitmaaier in acht nemen. (
● Verdeel de last gelijkmatig over de
aanhanger.
0478 192 9909 A - NL
13.1)
4.3)
22.)