Maaiwerk (1) omdraaien en met de
messen naar boven op ca. 20 cm hoge en
voldoend lange houtsteunen (2) op de
bodem leggen.
● Maaiwerk en maaimessen zorgvuldig
reinigen. (
15.2)
196
De maaimessen moeten ten minste
2,5 mm dik zijn en aan hun smalste zijde
ten minste 56 mm breed zijn.
De mesdikte van beide maaimessen met
behulp van een schuifmaat (1) op
meerdere plaatsen controleren. De
mesbreedte op de afgebeelde plaats
eveneens met behulp van een
schuifmaat (1) controleren.
Maaimessen vervangen wanneer de
voorgeschreven waarde op een plaats niet
meer voldoende is.
Inbouwpositie van het maaimes
controleren (RT 5112 Z, RT 6112 C,
RT 6112 ZL, RT 6127 ZL):
Kans op letsel!
Om ervoor te zorgen dat de
maaimessen bij het maaien elkaar
niet raken, moeten ze onder een
hoek van 90° gedraaid worden
gemonteerd.
Het maaiwerk mag niet worden
ingeschakeld als de snijkanten
onder een andere hoek tegenover
elkaar staan.
Neem indien nodig contact op met
een vakhandelaar. STIHL beveelt
hiervoor de STIHL vakhandelaar
aan.
STIHL raadt aan het maaiwerk te
demonteren wanneer de
inbouwpositie wordt gecontroleerd.
Als u over een geschikte hefbrug
beschikt, kunt u de inbouwpositie
van het maaimes ook controleren
zonder dat u het maaiwerk hoeft te
demonteren.
● Leg indien nodig het maaiwerk op twee
aangepaste houten blokken op de
bodem.
Verdraai de maaimessen zoals afgebeeld
en controleer de hoek A (circaa 90°) van
de snijkanten ten opzichte van elkaar.
Maaimes demonteren:
● Maaiwerk demonteren. (
● Maaiwerk op aangepaste houten
blokken op de bodem leggen.
Mesbout (1) met behulp van een
moersleutel SW17 (niet meegeleverd)
losdraaien en eruit schroeven. Bij het
lossen van de mesbout de maaimessen
0478 192 9909 A - NL
14.1)