tegenhouden.
Mesbout (1), met borgring (2) en
maaimes (3) verwijderen.
Maaimessen slijpen:
Kans op letsel!
Draag tijdens het slijpen altijd een
veiligheidsbril en handschoenen.
● Koel het maaimes tijdens het slijpen,
b. b.met water. Het mes mag niet blauw
worden, omdat anders de snijresultaten
minder worden.
● Slijp het maaimes gelijkmatig om
vibratie door onbalans te voorkomen.
● Met een snijhoek van 30° slijpen.
● Houd tijdens het slijpen rekening met
de slijtagegrenzen.
Balans van maaimes controleren:
Schroevendraaier (1) door de middelste
boring steken.
Als het maaimes (2) uitgelijnd is, moet het
in de afgebeelde stand staan.
0478 192 9909 A - NL
Kans op letsel!
Bij een eventuele onbalans van het
maaimes moet het scherpen
worden herhaald totdat het
maaimes uitgebalanceerd is.
Het maaimes mag enkel door het
slijpen van de snijkanten worden
gebalanceerd.
Maaimes monteren:
Kans op letsel!
Controleer het maaimes
voorafgaand aan het inbouwen op
beschadigingen (inkepingen of
scheuren) en slijtage.
Vervang versleten of beschadigde
maaimessen.
Vervang de borgring bij elke
montage van de messen.
Mesbout extra borgen met
Loctite 243.
Het voorgeschreven
aandraaimoment van de
mesbouten van 65 - 70 Nm moet
precies worden aangehouden,
omdat een veilige bevestiging van
het snijgereedschap daarvan
afhankelijk is.
● Maaimes met de omhoog gebogen
windvleugels naar boven (richting
maaiwerk) monteren.
Maaimes (1) opzetten en mesbout (2 –
Loctite 243 aanbrengen) met borgring (3
– op welving letten) indraaien en met een
aandraaimoment van 65 - 70 Nm
vastdraaien. Bij het vasttrekken van de
mesbout de maaimessen tegenhouden.
● RT 5112 Z, RT 6112 C, RT 6112 ZL,
RT 6127 ZL:
Positie van het maaimes controleren.
15.14 Inbouwpositie van het maaiwerk
controleren
Onderhoudsinterval:
Het maaiwerk moet worden geïnspecteerd
na elke 50 uren gebruikstijd, of zo vaak als
nodig (b.v. na krachtige schokken tegen
het maaiwerk of bij onzuivere snede).
197