● Koude verbrandingsmotor:
RT 5097, RT 5097 C, RT 6112 C:
Zet de gashendel in de chokestand.
(
8.2)
RT 5097 Z, RT 5112 Z, RT 6112 ZL,
RT 6127 ZL:
zet de gashendel in de MAX-stand en
trek aan de chokeknop.
(
8.3), (
8.4)
Warme verbrandingsmotor:
zet de gashendel in de MAX-stand.
(
8.2), (
8.3)
● Draai de contactsleutel in de stand
"Verbrandingsmotor starten".
De verbrandingsmotor start. Laat zodra
de verbrandingsmotor draait, de
contactsleutel los. Deze springt vanzelf
terug in de stand "Verbrandingsmotor
draait".
● RT 5097, RT 5097 C, RT 6112 C:
Zet de gashendel bij draaiende
verbrandingsmotor in de MAX-stand
terug.
Let op de klikstand! (
8.2)
RT 5097 Z, RT 5112 Z, RT 6112 ZL,
RT 6127 ZL:
Druk de chokeknop in. (
● Bij draaiende verbrandingsmotor kan
de voet van het rempedaal worden
genomen of de handrem worden
losgezet.
13.3 Verbrandingsmotor uitschakelen
● Rem het apparaat af totdat het stil staat.
● Maaiwerk uitschakelen.
(
8.5), (
8.6)
● Gashendel in de MIN-stand zetten.
(
8.2), (
8.3)
0478 192 9909 A - NL
● Contactsleutel in de positie
"verbrandingsmotor uit" draaien. De
verbrandingsmotor schakelt uit,
● Handrem aantrekken. (
● Eventueel de brandstofkraan sluiten.
(
15.7)
● De contactsleutel eruit trekken en veilig
bewaren.
13.4 Rijden
Waarschuwing!
Kies op ongebaande paden altijd
een lagere rijsnelheid.
Elke keer dat u van rijrichting
verandert, met name op hellingen,
moet de rijsnelheid overeenkomstig
verlaagd worden.
Voorkom schade aan het
apparaat!
Rijd altijd met het maximale
toerental van de verbrandingsmotor
om een ideale koppeling van de
transmissie te garanderen. Regel
de rijsnelheid dus alleen met het
8.4)
aandrijfpedaal en niet met de
gashendel.
Vóór het rijden:
● Schakel de hendel van de
transmissievrijloop in. (
● RT 5112 Z, RT 6112 C, RT 6112 ZL,
RT 6127 ZL:
Druk bij gedemonteerd maaiwerk de
hendel van de V-riemspanner naar
voren en zet deze vast. (
● Start de verbrandingsmotor. (
Vooruit rijden:
● Kies de rijrichting vooruit: (
● Zet de handrem los, indien
aangetrokken. (
● Bedien het aandrijfpedaal, het apparaat
8.14)
zet zich vooruit in beweging. (
Achteruit rijden:
● Kies de rijrichting achteruit: (
● Zet de handrem los, indien
aangetrokken. (
● Bedien het aandrijfpedaal, het apparaat
zet zich achteruit in beweging. (
Vooruit rijden met cruise control
(RT 6112 ZL, RT 6127 ZL):
● Druk bij gedemonteerd maaiwerk de
hendel van de V-riemspanner naar
voren en zet deze vast. (
● Start de verbrandingsmotor. (
● Zet de gashendel in de MAX-stand.
(
8.3)
● Zet de keuzehendel rijrichting in de
voorste positie (rijrichting vooruit).
(
8.9)
● Zet de handrem los, indien
aangetrokken. (
● Door het intrappen van het
aandrijfpedaal wordt de rijsnelheid
geregeld en zet het apparaat zich
vooruit in beweging.
8.18)
● Cruise control activeren:
Houd de gewenste rijsnelheid aan en
druk de toets Cruise control 1 seconde
in. (
8.7)
De cruise control is geactiveerd als op
het display het symbool "Cruise control
14.1)
actief" verschijnt en het aandrijfpedaal
13.2)
vastgezet is.
Na het activeren van de cruise control
kan de ingestelde rijsnelheid worden
8.9)
verhoogd door het aandrijfpedaal in te
trappen.
8.14)
8.12)
8.9)
8.14)
8.12)
14.1)
13.2)
8.14)
179