Motor slaat over, injecteert niet goed, draait onregelmatig
ANDERE WAARNEMING
Zwakke vonk.
Te arm brandstofmengsel.
Te rijk brandstofmengsel
(hoog brandstofverbruik).
Motor oververhit
ANDERE WAARNEMING
Bewakingspieptoon
weerklinkt continu.
Motor slaat voortdurend over
ANDERE WAARNEMING
Zwakke vonk.
Motor oververhit.
94
MOGELIJKE OORZAAK
Bougies vuil/defect/versleten. Vervangen.
ECM defect.
Te veel olie toegevoerd naar
de motor.
Brandstof: Peil te laag, te oud
of verontreinigd met water.
Brandstoffilter verstopt.
Injectoren verstopt.
Sensor of ECM defect
Vonkafleider vuil/verstopt.
Sensor of ECM defect
MOGELIJKE OORZAAK
Waterinlaat jetpomp verstopt. Reinigen.
Koelsysteem verstopt.
MOGELIJKE OORZAAK
Bougies vuil/defect/versleten. Vervangen.
Zie MOTOR OVERVERHIT.
Bougiekabels of bedrading
omgekeerd.
REMEDIE
Raadpleeg een erkend Sea-
Doo dealer.
Slechte afregeling van de
oliepomp, raadpleeg een
erkend Sea-Doo dealer.
Aftappen en/of hervullen.
Raadpleeg een erkend Sea-
Doo dealer.
Raadpleeg een erkend Sea-
Doo dealer.
Raadpleeg een erkend Sea-
Doo dealer.
Reinigen of vervangen.
Raadpleeg een erkend Sea-
Doo dealer.
REMEDIE
Spoel koelsysteem.
REMEDIE
Doe een beroep op een
erkend Sea-Doo dealer.
Sluit de bougiekabels op de
juiste plaatsen aan.
Raadpleeg anders een erkend
Sea-Doo dealer.