9
Elektrische aansluiting - buitenunit
9.8.6
EVU 3, alleen uitschakeling elektrische bijverwarming
1
1
Afb. 40 Energieleverancier type 3
[1]
Stroomvoorziening
[2]
Stroommeter buitenunit, laag tarief
[3]
Stroommeter binnenunit, laag tarief
[4]
Tariefcontrole
[5]
Tariefregeling, energieleverancier
[6]
Tariefregeling, SG
[7]
Stroommeter gebouw, 1-fase hoog tarief
[8]
Buitenunit (compressor)
[9]
Elektrische bijverwarming in de binnenunit
[10] Bedieningseenheid HMC300 en installatieprintplaat HC100
* Het relais moet voor het vermogen van de elektrische bijverwarming
worden gedimensioneerd. Het relais moet door de installateur of het
energiebedrijf worden geleverd. De externe ingang op de installatie-
printplaat HC100 (klemmen 13/14) hebben een potentiaalvrij signaal
nodig. De schakeltoestand voor het activeren van de energieleverancier-
of SmartGrid-functie (gesloten of open) kan in de regeling worden inge-
steld. Tijdens de blokkeertijd wordt in het display het blokkeertijdsym-
bool getoond.
** Het schakelcontact van het relais dat op de aansluitingen 13, 14 en
49, 50 van de installatieprintplaat HC100 wordt aangesloten, moet voor
5 V en 1 mA zijn gedimensioneerd.
9.8.7
Smart Grid
De warmtepomp is Smart Grid Ready. De energieleverancier-uitschake-
ling is een deel van deze functionaliteit.
Met de energieleverancier-uitschakeling kan het energiebedrijf de
warmtepomp uitschakelen. De Smart Grid-functie breidt de ingrijpmo-
gelijkheden van het energiebedrijf uit doordat deze de warmtepomp op
bepaalde tijden een startcommando kan geven, bijvoorbeeld wanneer
voordelige stroom beschikbaar is.
Naast de aansluiting voor de uitschakeling door de energieleverancier is
een tweede aansluiting van de huisaansluitkast naar de warmtepomp no-
dig, om de Smart-Grid-functionaliteit te gebruiken.
38
2
3
9
8
9
4
5
6
10
Opmerking: neem contact op met uw energiebedrijf voor het mogelijke
gebruik van de Smart-Grid-functie.
De smart grid-functionaliteit is automatisch ingeschakeld, wanneer de
externe ingang 1 voor de uitschakeling door de energieleverancier is ge-
configureerd.
Het verwarmingssysteem moet een voldoende groot buffervat en uitslui-
tend gemengde cv-groepen bevatten, zodat een startcommando van
kracht kan worden.
De warmtepomp werkt afhankelijk van de signalen, die het energiebe-
drijf via de twee Smart Grid-verbindingskabels overdraagt.
• Deze wordt uitgeschakeld conform de energieleverancier-uitschake-
ling 1/2/3.
• Deze werkt normaal conform de warmtevraag uit het verwarmingssy-
steem.
• Of ontvangt een startcommando, om het buffervat te laden. Een la-
ding kan echter alleen plaatsvinden, wanneer de temperatuur in het
buffervat onder de maximale tempratuur ligt. Anders blijft de warm-
tepomp uitgeschakeld.
9.8.8
Fotovoltaica
De warmtepomp is in staat een stuursignaal van een PV-installatie te ver-
werken.
Indien de PV-installatie voldoende stroom voor het bedrijf van de warm-
tepomp levert, kan zij dit via een stuurkabel in de vorm van een startcom-
mando doorgeven. De stuurkabel moet op een van de beschikbare
externe aansluitingen worden aangesloten. De geselecteerde externe
aansluiting moet aan de HMI voor de PV-functie worden ingesteld.
Het verwarmingssysteem moet een buffervat en uitsluitend gemengde
cv-groepen bevatten, zodat een startcommando van kracht kan worden.
Een startcommando zorgt ervoor dat het buffervat tot de maximale tem-
peratuur wordt opgeladen. Een lading kan echter alleen plaatsvinden,
wanneer de temperatuur in het buffervat onder de maximale tempratuur
ligt. Anders blijft de warmtepomp uitgeschakeld.
IDU Monoblock 5-17 T/TS • 6 720 817 794 (2015/08)
7
6 720 810 940-06.2I