B
ELANGRIJKE INFORMATIE OVER HET
GEBRUIKTE KOELMIDDEL
Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen die onder het Kyoto-
protocol vallen. Laat de gassen niet vrij in de atmosfeer.
Koelmiddeltype:
R410A
(1)
GWP
waarde:
1975
(1)
GWP = Global Warming Potential (globaal opwarmingspotentieel)
De hoeveelheid koelmiddel staat vermeld op het naamplaatje van de
unit.
C
ONTROLE VAN HET WATERCIRCUIT
De units zijn uitgerust met een waterinlaat en -uitlaat voor aansluiting
op een watercircuit. Dit circuit moet worden voorzien door een erkend
technicus en in overeenstemming zijn met de geldende Europese en
nationale reglementeringen.
Controleer de volgende punten vooraleer de montage van de unit
verder te zetten:
Alleen voor EWAQ*DAYN
(zonder optie OPSP, OPTP of OPHP)
Er moet een circulatiepomp worden voorzien die het water
rechtstreeks in de water-warmtewisselaar brengt.
Voorzie voldoende beveiligingen in het watercircuit om te
voorkomen dat de waterdruk de maximaal toegestane werkdruk
(10 bar) zou overstijgen.
Afsluitkranen moeten voorzien worden rond de eenheid, zodat
normaal onderhoud kan uitgevoerd worden zonder het systeem
te laten leeglopen.
Voor alle modellen
Alle lage punten van het systeem moeten worden voorzien van
afvoerstoppen. Dit maakt het mogelijk om bij onderhoud of
volledige stopzetting van het systeem het hele circuit te laten
afvoeren. Een afvoerstop is voorzien om het water uit het
koelerwatersysteem af te laten.
Voorzie ontluchtingspunten op alle hoge punten in het systeem.
De ontluchtingspunten moeten zich op gemakkelijk toeganke-
lijke punten bevinden. Het koelerwatersysteem is voorzien van
een automatische ontluchting.
Zorg ervoor dat de componenten die zijn geïnstalleerd in de
lokale leidingen een druk kunnen weerstaan die minstens gelijk
is aan de som van de openingsdruk van de veiligheidsklep + de
statische druk van de pomp.
A
ANSLUITING VAN HET WATERCIRCUIT
De wateraansluitingen moeten worden uitgevoerd in overeen-
stemming met het aanzichtschema dat bij de unit is geleverd, en
moeten rekening houden met de waterinlaat en -uitlaat.
Vervorm de unit niet door te forceren wanneer u de
leidingen aansluit. De unit kan slecht werken als de
leidingen vervormd zijn.
Als er lucht, vocht of stof in het watercircuit terechtkomt kunnen er
storingen ontstaan. Daarom moet u bij het aansluiten van het
watercircuit steeds rekening houden met het volgende:
1
Gebruik uitsluitend zuivere leidingen.
2
Houd de uiteinden van de leidingen omlaag tijdens het verwijderen
van bramen.
3
Dek de uiteinden van de leiding af wanneer u de leiding door een
muur steekt, zodat er geen stof of vuil kan indringen.
Montagehandleiding
4
W
, -
ATERVULLING
STROMING EN
Voor alle modellen
Om een probleemloze werking van de unit te verzekeren is er een
minimaal watervolume in het systeem vereist en moet de water-
stroming door de verdamper binnen het werkingsbereik liggen
(raadpleeg daartoe de tabel).
Minimaal
(*)
Eenheid
watervolume (l)
EWAQ080
698/a
EWAQ100
916/a
EWAQ130
589/a
EWAQ150
681/a
EWAQ180
815/a
EWAQ210
963/a
EWAQ240
1058/a
EWAQ260
1159/a
(*) a = koeltemperatuurverschil (raadpleeg
thermostaatinstellingen" op pagina
Alleen voor modellen met optie OPSP, OPTP of OPHP
Maximaal toegestane installatiehoogte naar gelang het
watervolume
Houd rekening met de volgende beperkingen:
EWAQ
Volume expansievat
Als de EWAQ-unit zich op het hoogste punt van het systeem bevindt,
wordt het hoogteverschil beschouwd als zijnde 0 m.
Als de EWAQ-unit zich niet op het hoogste punt bevindt, zie dan de
afbeelding in
"Water vullen" op pagina 5
toegestane hoogteverschil naar gelang het watervolume.
voorbeeld voor EWAQ080~210: Als watervolume=650 l, is
maximaal toegestane hoogteverschil installatie 9 m.
voorbeeld voor EWAQ240+260: Als watervolume=650 l, is
maximaal toegestane hoogteverschil installatie 13 m.
Voordruk van het expansievat instellen
De voordruk (Pg) op het expansievat moet worden ingesteld voordat
het systeem met water of een oplossing van water en glycol wordt
gevuld afhankelijk van het maximaal hoogteverschil van de
installatie (H).
Werk hiervoor met droge perslucht of stikstof.
Bereken de in te stellen voordruk (Pg) als volgt:
Pg=(H/10+0,3) bar
H=Maximale installatiehoogte van het circuit boven de EWAQ-unit (m)
LET OP
Voor EWAQ080~210: Als H≤12 m en het water
volume ≤520 l, verandert u de fabrieksinstelling
van de voordruk best niet (=1,5 bar)
Voor EWAQ240+260: Als H≤12 m en het water
volume ≤750 l, verandert u de fabrieksinstelling
van de voordruk best niet (=1,5 bar)
-
KWALITEIT
Minimale
Maximale
waterstroming
waterstroming
112 l/min
447 l/min
147 l/min
586 l/min
188 l/min
754 l/min
218 l/min
871 l/min
261 l/min
1043 l/min
308 l/min
1233 l/min
339 l/min
1355 l/min
371 l/min
1483 l/min
"Definiëren van de
11)
080~210
240+260
35 l
50 l
voor het maximaal
EWAQ080~260DAYN
Bedrijfsklare luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
4PW35557-1C